gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno.8a der agenda Bijlagen 1962 no. 139 14 maart 1962 OS/4309 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen van een subsidie aan de stichting vor mingswerk voor bedrijfsjeugd in Breda en omge ving ten behoeve van het jongenswerk. Sinds 1955 wordt door de stichting "vormingswerk voor bedrijfsjeugd Breda en omgeving" in deze gemeente vormingswerk voor leerplichtvrije meisjes ge organiseerd. Bij Uw besluit van 6 juni 1956 is bepaald, dat aan de in deze gemeente ge vestigde vormingsinstituten voor leerplichtvrije jeugd - die op grond van de "rijksregeling subsidiëring vormingswerk leerplichtvrije jeugd 1955" in aanmerking komen voor rijkssubsidie - een gemeentelijk subsidie wordt toe gekend van 4Q,o van de voor rijkssubsidie in aanmerking komende exploitatie lasten, te verminderen met het te ontvangen provinciaal subsidie, welk laatste subsidie op 1Q?o is vastgesteld. Sinds 1955 zijn aan genoemde stichting aan de hand van de door haar ingedien de begrotingen jaarlijks subsidie-voorschotten gegeven; nu het stichtings bestuur de financiële afrekeningen met het rijk vanaf 1955 bij ons college heeft ingediend blijkt hier uit, dat over de jaren 1955 tot en met 1959/1960 aan de gemeente Breda een bedrag ad 5650,73 dient te worden gerestitueerd; voor een specificatie van dit bedrag mogen wij U naar de voor Uw raad ter inzage liggende stukken verwijzen Dat een dergelijk groot bedrag dient te worden terugbetaald wordt hoofdzake lijk veroorzaakt door het feit, dat de cursus vormingswerk voor leerplicht- vrije jongens, welke gedurende het cursusjaar 1959/1960 is gegeven, niet voor rijkssubsidie in aanmerking is gekomen. De reden ervan is hierin gelegen, dat het aantal jongens slechts 12 bedroeg terwijl volgens de rijksrichtlijnen minstens 16 jongens aan een cursus moes ten deelnemen om voor rijkssubsidie in aanmerking te komen. De stichting heeft na het cursusjaar 1959/1960 haar jongenswerk "wegens gebrek aan be langstelling" moeten staken. Aangezien - zoals reeds is gesteld - het subsidie van de provincie en van de gemeente aan het rijkssubsidie is gekoppeld, heeft de stichting voor haar cursus jongenswerk elke overheidssteun moeten ontberen. Uit door de stichting overgelegde bescheiden is ons gebleken, dat de netto-kosten van het jongenswerk 6084,66 hebben bedragen. Bij schrijven van 15 december 1961 heeft genoemde stichting ons gevraagd te worden ontheven van de verplichting eerdergenoemd bodrag ad 5650,73 aan de gemeente te restitueren om hieruit een groot gedeelte van de kosten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 222