gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 33 der agenda
Bijlagen 1962
no. 166
14 maart 1962
F/4425
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verlenen van een krediet ten behoeve van de mate
riële outillage van het politiekorps.
Het goed functioneren van het politieapparaat wordt ongunstig beïnvloed door
de begrenzing van de sterkte van het korps en de steeds toenemende omvang van
de taak van de politie (o.m, uitbreiding van de bebouwing van de gemeente het
geen zijn invloed heeft op de omvang van de surveillance, de geleidelijke wij
ziging in de aard van de stad, welke een aanpassing vraagt van het politioneel
optreden, de toenemende verkeersintensiteit met de daaruitvoortvloeiende pre
ventieve en repressieve controle)en het onvermijdelijk verlies aan arbeids
uren door de invoering van de vijfdaagse werkweek.
Het streven moet er op gericht zijn om door rationele en efficiënte bedrijfs
voering de invloed van de genoemde ongunstige factoren zoveel mogelijk te be
perken. Rationele bedrijfsvoering is mogelijk door het nog meer dan voorheen
gebruik maken van technische hulpmiddelen.
Ook de minister van binnenlandse zaken acht op dit punt een verbetering moge
lijk en wil maatregelen in dit opzicht bevorderen door een verhoging van de
rijksnormvergoedingen op grond van het politiekostenbesluit.
Haar aanleiding van ons voorstel van 8 november 1961bijlagen 1961nr. 671
is door U in eerste aanleg een krediet verleend voor een geringe uitbreiding
van de vervoermiddelen van de politie. Hiermee kon xrorden voorzien in de
meest dringende behoefte ontstaan door dc arbeidstijdverkorting. Een verder
gaande uitbreiding van de materiële outillage meenden wij te moeten uitstel
len, totdat definitieve gegevens bekend zouden zijn over de verhoging van de
normve rgoe dingen
Bij koninklijk besluit van 17 oktober 1961, opgenomen in staatsblad 397 van
7 december 1961, is de vijfde wijziging van het politiekostenbesluit tot
stand gekomen. Deze wijziging omvat onder meer de verhoging van de normver
goedingen voor personeelskosten,kindertoelagen en materiële kosten. Uit de
door de minister gegeven nadere toelichting blijkt, dat in deze wijziging
nog niet volledig is rekening gehouden met de gevolgen van de arbeidstijd
verkorting. Een volgende - de zesde - wijziging van het politiekostenbesluit
wordt daarom in het vooruitzicht gesteld.
Ofschoon dus ook thans niet volledig bekend is op welk bedrag de rijksnormen
uiteindelijk zullen worden vastgesteld hebben wij - mede door de ervaringen
van voorgaande jaren - de verwachting, dat de kosten van de politie - met
inbegrip van de lasten van de thans voorgestelde investeringen - volledig
zullen kunnen worden bestreden uit de te ontvangen rijksvergoeding. De inves
teringen van de politie zijn dan aan te merken als rendabel en zijn dan ook