gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 3 der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
aanvulling van de bouwverordening met bepaling
inzake verplichte parkeergelegenheid en/of
stallingsruimte bij woon- en andere gebouwen.
I-let het oog op de toename van het motorrijtuigenpark in Nederland dienen
tijdig maatregelen te worden genomen om verkeersopstoppingen - vooral in
de stedelijke gebieden - te voorkomen. Verkeersopstoppingen zijn in be
langrijke mate een gevolg van de aanwezigheid van geparkeerde voertuigen
op de voor het rijdend verkeer bestemde gedeelten van wegen en straten.
Deze stilstaande voertuigen hebben immers een sterk capaciteit-verminderend
effect op de rijbanen, waardoor op de duur het economisch leven wordt be
lemmerd en als gevolg daarvan een functieverlies zowel van het centrum als
van andere stadsgedeelten niet zou kunnen uitblijven.
Gezien deze ontwikkeling is het dringend gewenst dat naast de voorzie
ningen van gemeentewege ook van particuliere zijde maatregelen worden ge
troffen om tegemoet te komen aan de vraag naar parkeer- en stallingsruimte.
Het verdient daarom naar onze mening aanbeveling in de bouwverordening aan
hoofdstuk IV ("voorschriften waaraan bij het bouwen moet worden voldaan")
een nieuwe afdeling 0 ("parkeergelegenheid en/of stallingsruimte") toe te
voegen bestaande uit één artikel 115a:
"1nadere eisen kunnen worden gesteld, waaraan moet worden voldaan bij het
bouwen van woon- en andere gebouwen, met betrekking tot het voorzien in
ruimte voor het parkeren van motorvoertuigen, alsmede voor het stallen
van rijwielen met hulpmotor, in of op dezo gebouwen, in een beneden
peil gelegen bouwlaag, of op of onder de daarbijbehorende onbebouwd,
blijvende terreingedeelten.
Deze nadere eisen betreffen de capaciteit van de vorenbedoelde parkeer
gelegenheid en/of stallingsruimte, alsmede do inrichting en de con
structie daarvan.
2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing in geval van uit
breiden, geheel vernieuwen of veranderen van bestaande woon- en and.ero
gebouwen"
Deze bepaling - welke door verschillende grotere gemeenten reeds in hun
bouwverordening is opgenomen - maakt het dus mogelijk om bij het stichten van
woon- en andere gebouwen bepaalde eisen te stellen ten aanzien van het voor
zien in ruimte voor het parkeren van voertuigen, indien zulks naar het oor
deel van ons college gewenst moet worden geacht,
Ven de in het voorgestelde artikel bedoelde nadere eisen staat ingevolge
het bepaalde in artikel 25, lid 1, sub b, van de bouwverordening beroep op
de gemeenteraad open.
Voor het hanteren van deze parkeorgolegenheidsbopaling is het naar onze
mening wenselijk bepaalde richtlijnen aan te houden met betrekking tot de
Bijlagen 1962
no. 171
5 april 1962
V/1673