volgno.22 der agenda -2- De uitbreiding is gedacht aan de voorzijde van het bad, dus aan de Vierwinden- straat. Deze grond is eveneens in erfpacht gegeven aan het Sportfondsenbad. In do akte zijn geen bepalingen opgenomen inzake een toestemming van de mi litaire autoriteiten de bestaande gebouwen uit te breiden. 3. Is gezien de achterstand in de zwemsport een tweede overdekte zweminrichting daarbij dan in de geest van een combibad niet noodzakelijk? Ons college is van mening, dat de noodzakelijkheid van een tweede overdekte zweminrichting - zo mogelijk in de geest van een combibad - zich in de eerst volgende jaren duidelijker zal aftekenen. Tegen de achtergrond van het inves teringsprogram en het bouwen van het bad Wolfslaar meent het college echter eventuele plannen voor de bouw van een combibad later aan de orde te moeten stellen. Het eerder onderhanden nemen van het zwembad "Het Ei" zou tevens betekenen dat Breda nagenoeg geheel van gelegenheid tot zwemmen in open inrichtingen zou worden verstoken. 4. In de nota wordt nergens gesproken over de mogelijkheid om in het grote noordelijke stadsdeel een zweminrichting te brengen. Willen burgemeester en wethouders mededelen of deze wenselijkheid wordt bezien? Medegedeeld kan worden dat de wenselijkheid van een instructiebad in het noordelijk stadsdeel zal worden bezien. In het investeringsprogram is ruim te gelaten voor de bouw van. drie van deze inrichtingen, 5. Wat wordt gedaan om de realisatie van het recreatiecentrum "Wolfslaar" te bespoedigen? Ter verkrijging van goedkeuring van het college van gedeputeerde staten op het besluit van de raad, waarbij een krediet voor de bouw van het zwembad Wolfslaar ter beschikking moet gesteld worden, zijn besprekingen gevoerd met een lid van gedeputeerde staten. Wij hebben de verwachting, dat de goed keuring van dat college mag worden verwacht. Bovendien hebben wij bij de daarvoor aangewezen instanties aangedrongen op de verkrijging van de rijksgoedkeuring, 6. Vinden burgemeester en wethouders de achterstand van. van het school zwemmen op het landelijk gemiddelde niet verontrustend en moet daaraan niet onmiddellijk iets worden gedaan, Dit temeer daar v.h.m.o., u.l.o., nijver heidsonderwijs en levensscholen bij de huidige outillage niet eens aan de beurt komen? De achterstand op het landelijk gemiddelde geeft reden tot zorg en wordt momenteel getracht in te haken door intensivering van de zwemlessen en een gewijzigde methode van leren zwemmen. Resultaten hiervan zijn op dit moment nog niet bekend, daar een en ander eerst onlangs werd ingevoerd. Andere mogelijkheden op korte termijn acht het college voorshands niet aanwezig. 7. In 1958 waren er nog 19»C00 bezoekers aan "De Kosteloze". Achten burgemeester en wethouders in deze tijd van emancipatie het nog ge wenst dat er een Kosteloze is. Waarom nog deze onderscheiding? Het college acht de Kosteloze uit de tijd en niet meer passend in het hui dige maatschappelijk bestel. Gezien de outillage van het bad kan op korte termijn vooralsnog geen wijziging in de situatie worden aangebracht zonder aanmerkelijke investeringen. Vragen van de heer Hulskramer: Het college meent om verschillende redenen zich te moeten onthouden van een oor deel over de buiten Breda gelegen zweminrichtingen. De bezoekcijfers van het Sportfondsenbad over de jaren 1948 t/m 1955 zijn:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 34