gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 4 der agenda
Bijlagen 1962
no. 215
9 mei 1962
F/7655
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van een verordening op de hef
fing van opcenten op de hoofdsom der perso
nele belasting over het belastingjaar
1962/1963.
Ieder jaar moet door Uw college het aantal opcenten worden vastgesteld dat
ten behoeve van de gemeente zal worden geheven op de hoofdsom der personele
belasting. Dit aantal wordt de laatste jaren zodanig bepaald, dat een op
brengst wordt verkregen, tenminste gelijk aan de opbrengst welke zou worden
verkregen bij een heffing van 150 opcenten op alle aanslagen. Gedurende tal
van jaren worden door deze gemeente 145 - 160 opcenten geheven, hetgeen een
opbrengst geeft gelijk aan 150 opcenten op alle aanslagen. Daarnaast heft
de provincie nog 50 opcenten op alle aanslagen.
Om te voorkomen, dat in verband met de voorgenomen huurverhoging per 1 juli
a.s, de belastingbedragen in dezelfde mate zouden stijgen als de huren,
zijn in de aanhangige ontwerp-wijzigingswet do bepalingen van de wet op de
personele belasting zodanig herzien, dat de druk van deze belasting na de
invoering van de huurverhoging nagenoeg niet verzwaard wordt. Dit werd be
reikt c.m. door voor gemeenten ingedeeld in de 4e tot en met de 9e klasse
- waartoe Breda behoort - de minimum bedragen voor de belastbaarheid, de
belastingvrije bedragen en de daarmede samenhangende grensbedragen voor de
verschillende percentages van de kinderaftrek te verhogen met 12fo.
In deze gemeente wordt een progressieve heffing van opcenten toegepast, waar
door bij het onveranderd handhaven van de huurwaarde-normentoch een ver
zwaring van de belasting zou optreden, tenzij de huurnormen evenredig aan
het hiervoor bedoeld percentage worden verhoogd, dus met 12/1'.
De opcentenheffing in de huidige verordening is zodanig vastgesteld dat 145
opcenten worden geheven tot een huurwaarde van 1.225,-, vermeerderd met 1
opcent voor elk geheel bedrag van 23,- waarmede de huurwaarde 1.225,- te
boven gaat, met een maximum aantal van 160 opcenten bij .^n huurwaarde van
1.570,- en hoger.
Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen het aantal
opcenten op de hoofdsom der personele belasting voor het belastingjaar 1962/
1963 wederom vast te stellen op 145 - 160, waarbij het minimum aantal van 145
wordt geheven tot een huurwaarde (na afronding) van 1.372,-, vermeerderd
met 1 opcent voor elk bedrag van 26,- waarmede de huurwaarde 1.372,- te
boven gaat, met een maximum van 160 opcenten bij een huurwaarde van 1.762,-
en hoger.
Een entwerp-verordening tot heffing dezer opcenten gaat ter vaststelling hierbij.