gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno. 29 der agenda Bijlagen 1362 110244 3 mei 1362 V/7662 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het voeren van verweer in rechte contra een door A.A.P. en Aa.Pa.Da.Biermans tegen de gemeente aanhangig gemaakte rechtsvordering. De gemeente Breda heeft in de jaren 1953 tot en met 1960 een onteigeningsprocedu re gevoerd tegen A.A.P. en na.Pa.Da.Biermans, die eindigde met het vonnis van de arrondissementsrechtbank van Breda dd. 21 juni 1960 en waarbij 4de onteige ning werd uitgesproken van enige percelen aan de Ginnekenstraat en de Sarne- mellrstraat Behalve tot vergoeding van een schadeloosstelling werd de gemeente bij genoemd vonnis veroordeeld tot gestanddoening van een aanbod tot verkoop voor een prijs van 100,- per in2 van een terrein groot 313m2 aan de geprojecteerde verbrede ameitólkst raat Bij akte van transport van 11 januari 1962 is genoemd terrein ook aan de fa milie Biermans verkocht voor de stichting van een vervangend bedrijfspand, on der meer onder de voorwaarde dat de gemeente Breda tot geen enkele andere vrij waring is gehouden dan tot die wegens uitwinning. Partij Biermans stelt thans dat het terrein niet beantwoord aan de vereisten, die daaraan gesteld mogen worden en eist daarom schadevergoeding wegens wanpres tatie subsidiair teruggave van de gehele koopsom of een gedeelte daarvan wegens verborgen gebrek. Op de eerste plaats zouden in het terrein nog resten van een oude kademuur en een waterput aanwezig zijn en op de tweede plaats - en dit is de voornaamste grief - zou in het terrein geheid moeten worden, zulks ondanks de uitdrukkelijke bewering van de gemeente tijdens de onteigeningsprocedure, dat dit niet het ge val was, welke bewering door de rechtbank, nadat deze het advies ingewonnen had van haar deskundigenook als juist is aanvaard. Dc bouwlcundigen van de gemeente blijven echter van mening, dat heien in het ge heel niet noodzakelijk is. Met betrekking tot de kademuur en waterput hebben wij reeds eerder, zulks naar aanleiding van een brief van de raadsman van Biermans, aan deze medegedeeld, dat wij onder voorbehoud van alle rechten in beginsel niet ongenegen zijn de kosten van opruiming hiervan te vergoeden, mits vaststaat dat verwijdering van deze obstakels absoluut noodzakelijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 402