Breda
bij volgrio. der agenda
De raad der gemeente Breda;
gehoord de commissie voor de strafverordeningen;
gelet op het bepaalde in de boswet en in artikel 168 der gemeentewet;
HEEFT BESLOTEN
vast te stellen de navolgende wijziging van de algemene politieverorde
ning:
Artikel 1
Artikel 100 van de algemene politieverordening wordt gelezen als volgt:
"1Het is verboden een houtopstand zonder vergunning van burgemeester en
wethouders te vellen anders dan bij wijze van dunning.
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet:
a. ten aanzien van wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of
langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit populieren
of wilgen;
b. ten aanzien van vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;
c. ten aanzien van fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd
om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzon
der bestemde terreinen;
d. ten aanzien van Icweekgoed;
e. ten aanzien van buiten de bebouwde kom gelegen houtopstanden,wel
ke deel uitmaken van bij het Bosschap geregistreerde bosbouwonder-
nemingen, voor zover de houtopstanden een zelfstandige eenheid vor
men en hetzij een grotere oppervlakte beslaan dan 10 are, hetzij
in geval van. rijbeplanting, gerekend over het totaal aartal rijen,
meer bomen omvatten don 20.
3. Voor de toepassing van dit en het daarop volgend artikel wordt verstaan
onder
a. "houtopstand"hakhout of één of meer bomen;
b. "vellen": ook rooien alsmede het verrichten van handelingen, welke
de dood of ernstige beschadiging van houtopstand tengevolge kunnen
hebben;
c. "dunning": velling, welke uitsluitend als een verzorgingsmaatregel
ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet
worden beschouwd.
4. Burgemeester en wethouders kunnen de in het eerste lid bedoelde vergun
ning slechts weigeren in het belang van de handhaving van het natuur-land-
schaps- of stadsschoon.
5. Een beschikking tot weigering van de vergunning is met redenen omkleed.
Dg vergunning wordt geacht te zijn geweigerd, indien geen beslissing ter
kennis van de aanvrager is gebracht binnen zes weken, nadat de aanvrage
