gemeente Breda no. 261
v/7028
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 9b der agenda
Bijlagen 1962
6 juni 1962
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van het onteigeningsplan "De Krogten 1961".
In Uw vergadering van 21 maart j.l, heeft Uw raad voorlopig goedgekeurd een
plan tot onteigening van percelen gelegen in het uitbreidingsplan "De Krogten
1960"
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 80 der onteigeningswet is het voor
lopig goedgekeurde onteigeningsplan met de daarbijbehorende stukken ter ge
meentesecretarie voor een ieder ter inzage gelegd, hetgeen op de voorgeschre
ven wijze ter openbare kennis is gebracht.
Gedurende de voor het indienen van bezwaren gestelde termijn is een bezwaar
schrift ingekomen van J.Franken, Sikkelstraat 14 te Breda, eigenaar van het
perceel Breda sectie C, no. 1203, gelegen langs de Oude Baan.
Dit bezwaar steunt op de overweging, dat het te onteigenen gedeelte, ter
grootte van 180 m2, van dit perceel het enige stuk grond is van het bedrijf
van appellant, waarop een woning of bedrijfsgebouw mag worden gebouwd. Gezien
de bestemming openbare weg volgens het geldende uitbreidingsplan "De Krogten
1960" moet deze mening als onjuist worden aangemerkt.
Voorts stelt reclamant dat hij in verband met de geringe grootte van zijn
bedrijf niets van zijn eigendom kan missen. Ter zake dient te worden opgemerkt,
dat hem een voorstel is gedaan zijn gehele perceel te ruilen tegen een ander
aan de gemeente in eigendom toebehorend perceel, gelegen op geringere afstand
van de woning van betrokkene. Reclamant wenste hierop niet in te gaan.
Een zodanige wijziging van het uitbreidingsplan, waardoor het voormelde ge
deelte van dit perceel als tuingrond in gebruik zou kunnen blijven, achten
wij niet mogelijk.
Aan de wensen van reclamant is reeds zoveel mogelijk tegemoet gekomen door
het resterende gedeelte van dit perceel buiten de onteigening te houden.
Bij aankoop of onteigening zal reclamant volledige schadeloosstelling ont
vangen volgens de daarvoor bestaande voorschriften.
Op grond van het bepaalde in artikel 81 der onteigeningswet hebben wij om
trent dit bezwaarschrift het advies ingewonnen van de inspecteur van de
volksgezondheid, die aanraadt de geëntameerde onteigeningsprocedure voort
te zetten. Het advies ligt voor U ter visie in de raadzaal.