volgno. 35 der agenda -2~ van Concordia zich niet in de positie gedrongen ziet dat de exploitatiemoge lijkheden worden uitgehold door de ingebruikname van de congreshal. Tenslotte speelt de overweging dat de gemeente gaat beschikken over gunstig gelegen gronden in het centrum van de stad een rol. Het is U bekend dat de vraagprijs voor gebouw en inventaris 1 .000.000,- bedraagt. Ons college is van oerdeel dat dit een redelijke prijs kan worden genoemd Bij de onderhandelingen over de aankoop van geborar en inventaris is uiteraard de kwestie van de exploitatie aan de orde gekomen. Ons college is van oordeel dat het zaak is het beleid reeds thans af te stemmen op de toekomstige schouw burgsituatie met name ook in die zin, dat rekening moet worden gehouden met overname van de exploitatie van het gebouw Concordia door de gemeente. Een directe overname zou talrijke praktische bezwaren ontmoeten, weshalve wij het wenselijk oordelen dat de vereniging Concordia het gebouw na overdracht huurt en de exploitatie voortzet tot uiterlijk 1 mei 1964. Wij stellen ons voor vóór het einde van dit jaar aan Uw raad nadere voorstellen te doen betreffende de exploitatie. Het bestuur van Concordia is met dit voorstel akkoord gegaan en is bereid een huur te betalen gelijk aan de rente-opbrengst van het vrij gekomen en niet voor dekking van pensioenverplichtingen of betaling van be lasting benodigde kapitaal bij verkoop. Eveneens heeft het bestuur van de vereniging zich bereid verklaard deel te nemen aan een overleg met de gemeente en de uitkoopverenigingen dat ten doel heeft het schouwburgleven en de schouw burgcultuur in Breda zo goed mogelijk tot ontwikkeling te brengen en een ei gentijdse vorm te geven. De aanleiding tot het overleg met de vereniging Concordia was vernieuwing van verwarming en theaters boelen. Met het bestuur zijn wij van oordeel dat deze verbeteringen niet achterwege kunnen blijven. Het nog niet gerealiseerd zijn van de nieuwe schouwburg mag niet tot gevolg hebben dat de oude schouwburg zo slecht geaccommodeerd is dat het een remmende factor van betekenis is voor schouwburgbezoek. Breda als centrumgemeente en als grote stad kan het zich niet veroorloven gedurende een vrij lange tijd op cultuurterrein belangrijk achter te lopen, afgezien nog van de consequenties, dat het publiek zich el ders gaat oriënteren, dat relaties tussen gezelschappen en de stad verloren gaan, en dat men bij de opening van een nieuwe schouwburg voor de noodzaak staat het publiek weer aan de schouwburg te doen gewennen. Na oriëntering ter plaatse menen wij dat het wenselijk is dat Uw raad oen krediet groot 300.000,- voteert en ons college machtigt tot het treffen van de noodzakelijke voorzieningen aan het gebouw om de komende jaren tot de ingebruikname van de nieuwe schouwburg te overbruggen. Voor Uw raad hebben wij de gegevens betreffende het gebouw, de inventaris en een begroting van kosten voor de voorzieningen ter visie gelegd. Wij menen Uw raad te mogen voorstellen: A. te besluiten tot aankoop van gebouw en inventaris van het gebouw Concor dia van de vereniging Concordia voor een totaalprijs van 1.000,000,-, zoals nader omschreven in het bijgevoegde aankoopbesluit B. te besluiten tot verhuur van het gebouw Concordia en inventaris aan de vereniging "Concordia" tot 1 mei 1964, zoals nader omschreven is in bij gevoegd huurbesluit; C. een bedrag ad 300.000,- te voteren voor het treffen van voorzieningen, met name de vernieuwing van verwarming en theater-stoelen, zoals nader omschreven in de voorlopige begroting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 479