volgno. 35 der agenda -3- Terzake van de dekking van de uit het vorenstaande voortvloeiende lasten moge het volgende dienen. Ervan uitgaande, dat het gebouw en de ondergrond na beëindiging van de exploi tatie als schouwburg minstens de thans te betalen koopsom ad 1,000.000,- zul len opbrengen, wordt voorgesteld dit bedrag te financieren uit de "reserve uit keringen gemeentefonds 1948, 1949 en 1950". Dit heeft tengevolge, dat op de koopsom niet behoeft te worden afgeschreven. De jaarlijkse lasten betreffende de aankoop zijn daarom te stellen op 4"(4 rente en -■f/o onderhoud), derhalve op 47.500,-. In het investeringsplan komt dit neer op een volume van 100/8 x 47.500,- is (afgerond) 600.000,- Hierbij komen: a. de kosten op de aankoop vallende ad 70.000,- b. de kosten van te treffen voorzieningen ad 500.000.- Totaal 970.000,- Laatstgenoemd bedrag is ingepast in het investeringsplan voor 1962. Opgemerkt wordt nog, dat de to ontvangen huur een verlichting der jaarlijkse lasten betekent. Voorzichtigheidshalve is dit buiten beschouwing gelaten bij de becijfering van het uit het investeringsvolume te dekken bedrag. De afdeling voor openbare werken is over het voorstel gehoord en kan zich hiermede verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 480