-2- 1een algemene salarisverhoging op basis van de trend van de loonontwikke- ling in hot bedrijfsleven; 2. een gedifferentieerde salarisverhoging voor de ambtenaron-niet-werklie- den. Ad 1Algemene salarisverhoging. Ook voor deze loonfase voor de verhoging van de salarissen van het rijks personeel is een relatie gezocht met de welvaartsstijging voor de werkne mers in do particuliere bedrijven, aan de hand van de trend van de voor een deel reeds waargenomen en voor het overige deel te verwachten loon ontwikkeling bij die bedrijven. Het resultaat hiervan is, dat de algemene salarisverhoging ruim 9$ zal bedragen. Voor de ambtenaren-werklieden van het rijk zal voorzover zij voor de vaststelling van hun salaris als 23 jaar of ouder worden aangemerktaan de algemene loonsverhoging een minimum worden verbonden gelijk aan de verhoging van het maximum-salaris van loongroep 4. Ad 2. Gedifferentieerde salarisverhoging. Behalve de algemene verhoging zal aan de ambtenaren-niet-werklieden een ge differentieerde salarisverhoging worden verleend. Deze beoogt naast een aanpassing aan de maatregelen, welke in de afgelopen jaren ten aanzien van de werklieden reeds zijn genomen teneinde tot een betere aansluiting bij de beloning in het particuliere bedrijfsleven te komen (hierbij wordt met name gedacht aan de prestatiebeloning)tevens een aanpassing van de loonlijn voor de ambtenaren aan die, geldende in het particuliere bedrijfsleven. De gedifferentieerde salarisverhoging zal voor de laagste rangen 8fo bedragen en daarna geleidelijk oplopen tot 40$ voor de hoogste ambtelijke rijksrangen. Deze verhogingen zullen in 4 fasen worden gerealiseerd. Voornoemde minister heeft verzocht voor het daarvoor in aanmerking komend personeel in dienst van de gemeenten overeenkomstige voorzieningen te bevor deren. De salarisschalen, vermeld in bijlagen A, B en C van het hierbijgaande ont- wcrp-raadsbesluit tot wijziging van de bezoldigingsregeling ambtenaren 1961 met ingang van 1 januari 1962 zijn aan de hand van de voor het rijkspersoneel gevolgde methode veranderd. De tussen haakjes vermelde bedragen golden al leen voor de ambtenaren, die vóór 1 december 1959 zijn benoemd; dit zijn salarissen, welke in een standplaats 1e klas gemeente mogen gelden. In de commissie van overleg is over het geheel van deze voorstellen uitvoe rig gesproken. De grootst mogelijke meerderheid van dc gemeentelijke vertegenwoordiging in dezo commissie en twee van de vier vakorganisaties, welke de personeelsver tegenwoordiging vormen, menen- de richtlijnen van de regering als een gegeven aanvaardend - mot duze voorstellen akkoord te kunnen gaan, althans zich daarbij te kunnen neerleggen, ofschoon zij wol een kritisch standpunt innamen ten op zichte van deze richtlijnen als zodanig, omdat deze overeenkomen met de salaris maatregelen voor het rijkspersoneel, waartegen de meerderheid van de ambtenaren- organisaties in het rijksoverleg ernstig bezwaren hadden. Voor het hoofd van de sociografische afdeling van de dienst van openbare werken is in bijlage A tevens een salarisschaal opgenomen;de bedragen zijn gelijk aan die geldende voor de referendaris ter secretarie. Eveneens is aan de rang van laborant een hogere salarisschaal toegevoegd overeenkomend met die van opzichter, en is de lagere schaal aangepast aan die van opzichter 2e klas.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 497