Breda
De raad der gemeente Breda:
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 juri 1962, no.P/93085
sub III;
gehoord de commissie van overleg;
besluit
A. De bijlagen A, B en C van de bezoldigingsregeling ambtenaren 1961 worden
vervangen door de bijgevoegde.
B. Artikel 5 van voornoemde bezoldigingsregeling wordt gelezen als volgt:
1aan de mannelijke ambtenaar wiens rang en salarisschaal zijn geregeld
in bijlage A of C, en die gehuwd of gehuwd geweest is en de 21-jarige
leeftijd heeft bereikt, wordt een huwelijkstoelage toegekend van ten
hoogste 38,- per maand, doch tot een bedrag, gelijk aan het aantal
van de twee eerstvolgende periodieke verhogingen volgens de voor zijn
rang geldende salarisschaal, indien dat bedrag hoger is dan 38,-
per maand, met dien verstande, dat de som van het salaris en de huwe
lijkstoelage niet mag stijgen boven het maximum van de voor zijn rang
geldende salarisschaal en dat door de toekenning van de huwelijkstoe
lage de wedde niet meer mag bedragen dan 378,- per maand 386,- per
maand)
2. Het bepaalde in het vorige lid is mede van toepassing op de vrouwelijke
ambtenaar van tenminste 21 jaar, die gehuwd geweest is en niet is her
trouwd
3. De huwelijkstoelage gaat in op de eerste dag van de maand, waarin de
aanspraak is ontstaan.
4. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing voor de ambtenaar, die
een betrekking bekleedt, welke raar het oerdeel van burgemeester en wet
houders als een aevonbevrelde'ng is tc beschouwen, tenzij de ambtenaar
meer dan een v n dergelijke betrekkingen bekleedt, welke naar hun oordeel
een volledige dagtaak opleveren. In dat geval bestaat de aanspraak op de
huwelrjkstoelage tot ten hoogste 53,- per maand in zijn betrekking,
waarin het maxinun salaris het hoogst is, indien en voorzover de wedden
uit de betrekkingen gezamenlijk minder zijn dan 373,- per maand 386,-
per maand)
C. Artikel 11 van voornoemde bezoldigdngsregeling wordt gewijzigd als volgt:
1Haar door burgemeester en wethouders te stellen regelen kan aan de amb
tenaar, die blijkens een net goed gevolg afgelegd examen een bekwaamheid
heeft verworven, welke naar hun oordeel in het belang van de dienst is,
een tijdelijke of vaste diplom?toelage werden toegekend,
2. De toelage bedoeld in het eerste lid, wordt niet genoten, indien het
bezit van het diploma vereist xfordt voor de goede vervulling van de
functie.
3. Voor de ambtenaar, wiens rang en salarisschaal wordt geregeld in bij
lage A of C, bedraagt de toelage, bedoeld in het eerste lid, ten hoog
ste 17,- en voor meerdere examens ten hoogste 34,- per maand.
4. Voor de ambtenaar, die werkzaam is in een rang, waarvoor de salaris
schaal wordt geregeld in bijlage B, bedraagt de uoelage, bedoeld in
het eerste lid. ten hoogste 5*30 en voor meerdere examens ten hoog-