Volgno. 4 der agenda
-2-
Aangezien zijn verzoek voldoet aan do voorwaarden die hieraan in artikel 3
van de schadevergoedingsverordening worden gesteld, is betrokkene in zijn
verzoek ontvankelijk te achten. Ingevolge artikel 4 van deze verordening
beslist Uw raad binnen 3 maanden na ontvangst van het verzoek of het in be
handeling zal worden genomen. Indien Uw raad beslist een verzoek buiten be
handeling te laten, is voor belanghebbenden beroep op een in te stellen com
missie toegelaten. Besluit Uw raad dat het verzoek in behandeling moet wor
den genomen, dan wordt een schadebeoordelingscommissie in het leven geroepen.
Voor de verdere gang van zaken zowel bij het niet als wel in behandeling ne
men van het verzoek mogen wij U verwijzen naar de eveneens ter visie gelegde
s chadevergoedingsverordening
De heer v.d.Genugten heeft indertijd bij Uw raad tegen het ontwerpplan tot
vaststelling van het wederopbouwplan Mr.Dr.Frederiksstraat bezwaren inge
diend, ook al omdat hij vreesde dat zijn pand door dit plan in waarde zou
achteruitgaan. Zijn bezwaarschrift word ongegrond verklaard, aan welke be
slissing de volgende overwegingen ten grondslag lagen:
"ad 1Het pand van reclamant vermindert niet in waarde omdat het ongeveer
6 m. verder van de grens van de rijbaan ligt, waarbij het contact met
die rijbaan niet wordt verzwakt.
Integendeel is er enig voordeel verbonden aan de aanwezigheid van enige
ruimte voor het parkeren tussen de rijbaan en het trottoir.
De afstand van de zijgevel van het pand van reclamant tot de vooruit
springende hoek van het transformatorhuis bedraagt ongeveer 10 m. Het
pand van reclamant is derhalve geenszins in een dode hoek komen te lig
gen.
De voetgangers, die, komende vanaf de Markendaalseweg, het trottoir
volgen, zullen juist op het pand van reclamant worden aangevoerd"
Met betrekking tot het hierboven sub a samengevatte gedeelte van het verzoek
schrift zijn wij de mening toegedaan dat ook thans nog onverkort geldt hetgeen
Uw raad heeft overwogen ten aanzien van het bezwaar van betrokkene tegen het
wederopbouwplan. Ook al zou er toch enige waardevermindering zijn opgetreden,
dan nog vormt deze zeker geen onevenredig zware schade als bedoeld in de scha
devergoedingsverordening.
Wat het overige sub b aangehaalde deel van zijn verzoekschrift betreft, merken
wij op - daarbij nogmaals verwijzende naar bovenstaande overwegingen van Uw
raad - dat niet is in te zien, dat er enig verband zou bestaan tussen de aan
wezigheid van het transformatorhuisje en de teruggang in het klantenbezoek.
Dat er thans weinig winkelend publiek (en mogelijk minder dan vroeger) in de
Mr.Dr.Frederiksstraat komt vindt zijn oorzaak in de omstandigheid dat aan
deze straat nog nagenoeg geen winkels voorkomen. Het zou onjuist zijn te
stellen dat deze omstandigheid bevorderd is door het onderwerpelijke weder
opbouwplan.
Integendeel, dit plan geeft waarborgen dat de Mr.Dr.Frederiksstraat zich
tot een aantrekkelijke winkelstraat kan ontwikkelen zoals ook blijkt uit de
destijds voor U ter bezichting opgestelde maquette.
Ook ten aanzien van dit onderdeel van het verzoekschrift zijn wij derhalve
van mening, dat er voor Uw raad geen termen aanzweig zijn om het in behande
ling te nemen.
Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor te besluiten om het ver
zoek van betrokkene buiten behandeling te laten en ons te machtigen hem in
kennis te stellen van Uw besluit en van de overwegingen, die daartoe hebben
geleid, met vermelding dat hij van dit besluit binnen twee maanden in be-