gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Volgno. 28 der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
onderhandse aanbesteding aan de verbouwings-
en restauratiewerken van het gebouw "Justinus
van Nassau", alsook van de aanleg der cen
trale verwarming en van de elektrische in
stallaties in dit gebouw.
Voor de verbouwing en restauratie van het gebouw "Justinus van Nassau", waartoe
door Uw raad op 17 mei 1961 overeenKomstig ons voorstel bijlagen 1961 no. 265,
werd besloten, xS onlangs de voorgeschreven rijksgoedkeuring ingevolge artikel
17, 1e lid van de wederopbouwwet verleend. Het toegestane krediet ad 725.000,-
was reeds eerder door gedeputeerde staten van Noord-Brabant goedgekeurd, doch
met de uitvoering moest uiteraard op de eerder vermelde formaliteit worden ge
wacht
Jij hebben ons daarna erover beraden welke wijze van uitvoering voor het onder
havige werk aanbeveling zou verdienen.
Hierbij zijn wij tot de overtuiging gekomen, dat het hoogst belangrijk is voor
een project van deze omvang cn van zo specialistische aard als het onderhavige
werk te beschikken over een aannemer, waarvan de gemeente verzekerd kan zijn
dat hij door goede samenwerking met de architecten en de rijksdienst voor de
monumentenzorg de opdracht tot een goed einde zal brengen.
Restauraties eisen namelijk zowel van de zijde van de aannemer als van de werk
lieden een bijzondere instelling, vakkennis en ervaring, die men zich vooral
door veeljarige ondervinding met dit soort werken onder toezicht van monumen
tenzorg kan eigen maken. Er is derhalve in den lande ook slechts een klein aan
tal gekwalificeerde restauratie-aannemers.
In ovorleg met de architect hebben wij een bij uitstek geschikt aannemer ge
vonden in het bedrijf van de firma De Bonth van Huiten te Nieuwkuijk, die om
streeks deze tijd in de mogelijkheid verkeert om met het werk aan te vangen,
terwijl de concrete keuze door monumentenzorg is aanbevolen.
Re genoemde firma heeft op 28 juni jl. haar prijsopgaaf ingediend voor een
bedrag van 475.263,- waarvoor het werk zou kunnen worden gegund. Deze op
dracht heeft evenwel het karakter van een onderhandse aanbesteding, waartoe
de beslissing van Uw raad en goedkeuring van gedeputeerde staten is vereist.
De kostenraming van het onderhavige werk beliep medio 1960 ruim 422.000,-,
zodat er wel een overschrijding der begroting is met circa 50.000,-. Vooral
is zulks toe te schrijven aan de sedertdien opgetreden loon- en prijsstijgin
gen.
Zodra binnenkort ook voor de andere bijkomende werken een nadere raming is
opgemaakt zullen wij Uw raad een afgerond voorstel tot kredietverhoging doen
Bijladen 1962
no. 328
6 juli 1962
v/10854