gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Volgno. 6 der agenda Bijlagen 1962 no. 335 16 augustus 1962 V/26557 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de bebouwingsverordening "Schorsmolenstraat e.o.". In de raadzaal hebben wij voor U ter visie gelegd de bebouwingsverordening "Schorsmolenstraat e.o.". Een toelichting is daarbij gevoegd. Het ontwerp van de bebouwingsverordening, gebaseerd op artikel 43 der woning wet, is ingaande 25 mei 1962 gedurende vier weken ter inzage gelegd ter ge meentesecretarie, Deze ter visielegging is op de gebruikelijke wijze aan de ingezetenen bekend gemaakt en is voorts aangekondigd in de in deze gemeente verschijnende dagbladen "De Stem" en "De Bredasche Courant". Van de gelegenheid om gedurende genoemde termijn bezwaren in te dienen is geen gebruik gemaakt. Door A.J. Verhaeren, De Roy van Zuidewi jnlaan 48 te Breda, eigenaar van de percelen met opstallen, kadastraal bekend gemeente Breda, sectie A, nos. 7417 en 8006, is evenwel een bezwaarschrift ingediend tegen het ontwerp-besluit tot vaststelling van bijzondere voorgevelrooilijnen voor deze omgeving, het welk qua inhoud moet worden geacht tegen de onderhavige bebouwingsverordening te zijn gericht.Hiervoor mogen wij U verwijzen naar ons voorstel dd. heden no. V/26559, tot vaststelling van bijzondere voorgevelrooilijnen voor de Schorsmolenstraat e.o. Reclamant is in zijn bezwaren ontvankelijk, aangezien hij eigenaar is van voormelde percelen en zijn bezwaarschrift tijdig is inge komen. Met betrekking tot de gegrondheid van zijn bezwaren merken wij op, dat voornoemde voor wegaanleg bestemde gronden niet voor dat doel kunnen worden gemist en door de gemeente zullen moeten worden aangekocht of onteigend, waarbij de financiële belangen van reclamant voldoende zijn gewaarborgd. Wij zijn bereid hem te helpen bij het vinden van vervangende bedrijfsruimte, doch een toezegging dienaangaande kan niet worden gedaan. Bovendien kan hij indien de gemeentelijke schndevergoedingsverordening op dit plan van toepassing wordt verklaard - hetgeen wij gewenst achten - daarop een beroep doen als hij van oordeel is door de onder- werpelijke bestemming schade te lijden of te zullen lijden, welke niet in aan merking zal worden genomen bij aankoop of onteigening. Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor: I. het bezwaar van reclamant ongegrond te verklaren; II. vast te stellen de bebouwingsverordening "Schorsmolenstraat e.o." overeen komstig de ter visie gelegde tekening no. 15915 met de daarbij behorende bebouwingsvoorschriften en toelichting; III. de schadevergoedingsverordening op dit plan van toepassing te verklaren; IV. ons te machtigen reclamant in kennis te stellen van hetgeen Uw raad ten aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 578