gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Volgno. 20 der agenda
Bijlagen 1962
no. 350
16 augustus 1962
OSO/l3067
Preadvies van burgemeester en wethouders op
een tweetal verzoeken om gemeente-subsidie
voor scholen voor voortgezet onderwijs.
Tot Uw raad zijn de navolgende twee verzoeken gericht om gemeente-subsidie
voor Bredase leerlingen, welke onderstaande scholen voor voortgezet onder
wijs bezoeken;
1een verzoek van het katholiek instituut voor sociale opleidingen
"Markendaalte Breda om een subsidie ad 15,- per Bredase leerling,
die de school gedurende het cursusjaar 1960/1961 hebben bezocht;
2. een verzoek van de cursus voor maatschappelijk werk huize "Bergen"
te Vught om een subsidie ad 50,- per Bredase leerling, die deze cursus
gedurende het cursusjaar 1962/1963 zal bezoeken.
Met betrekking tot deze subsidie-verzoeken mogen wij het navolgende opmer
ken;
Ad 1
Deze school wordt ingevolge de nijverheidsonderwijswet voor 10CJ,o door het
rijk en de gemeente gesubsidieerd. Hot subsidie-verzoek heeft betrekking
op do financiering van bepaalde algemene kosten, welke niet rijkssubsidiabei
zijn, doch van belang zijn voor de algemene vorming der leerlingen.
Ad^2_.
Deze cursus wordt ingevolge de"rijksregeling subsidiëring sociaal pedagogisch
onderwijs 1961" door het rijk gesubsidieerd tot ten hoogste 70y° van de exploi
tatielasten. Zoals uit de bij het subsidie-verzoek overgelegde begroting blijkt,
tracht het bestuur het niet door rijkssubsidie gedekte deel van de kosten te
financieren met cursus- en examengelden en gemeente-subsidie.
Op grond van de navolgende argumenten menen wij Uw raad te moeten voorstellen
op de onderhavige subsidie-verzoeken een afwijzende beslissing te nemen;
a. beide verzoeken hebben betrekking op een niet verplichte gemeentelijke bij
drage
b. het sub 1 genoemde verzoek betreft een bijdrage in de algemene vormings-
kosten;
c. door een geringe verhoging van hot cursusgeld in het sub 2 bedoelde verzoek
behoeft de cursusleiding geen beroep op de gemeentebesturen te doen (voor
zover de leerlingen niet zelf hot cursusgeld kunnen betalen, kunnen deze
daarvoor studiebeurzen c.q. renteloze voorschotten aanvragen bij daarvoor in
het leven geroepen instanties);
d. in het kader van de financiele-verhoudingswet 1960 achten wij het gewenst
de figuur van niet-verplichte of niet strikt noodzakelijke subsidiëring van
scholen voor voortgezet onderwijs vooralsnog niet uit te breiden.'