volgno. 21 der agenda
-2-
door ons zorgvuldig bestudeerd, en wij hebben gemeend, dat in verband met de
eerdergenoemde factoren de uitzettingen overwegend aanvaardbaar zijn.
Het is hierbij een verheugend verschijnsel dat reeds thans ook zekere vruchten
van de sanering en modernisering aanwijsbaar zijn. Enige ter visie gelegde
tabellen betreffende ingeschreven lezers en uitleen van boeken van de r.k.
bibliotheek kunnen dit illustreren.
Intussen kunnen de subsidies welke nodig zullen zijn tengevolge van de door
ons als gezond beoordeelde expansie der beide bibliotheken niet gedekt worden
met de door U in de gemeentebegrotingen 1961 en 1962 voor dit doel uitgetrok
ken kredieten. Voor elk der beide jaren is geraamd 110.000,-, terwijl voor
1961 dus nodig zal zijn een bedrag van 129.498,91 en voor 1962 circa
j 162,000,-. (Dit laatste bedrag is iets lager dan de door beide bibliotheek-
besturen voor 1962 geraamde bedragen samen, omdat wij het wenselijk oordelen
de voor boekenaanschaf bestemde subsidies aan zekere maxima te binden)De
mate waar in de exploitatiekosten zouden stijgen was met betrekking tot deze jaren
voor ons moeilijk te voorzien. Nu de bibliotheken echter enige tijd op basis van
de nieuwe subsidieregeling gewerkt hebben, is de verdere ontwikkeling, zowel
voor de bibliotheekbesturen als voor ons, beter te beoordelen. Hierdoor zal dan
tevens beter de hand kunnen worden gehouden aan het syteem, waarbij de tijdig
ingediende begrotingen, zoals ze door ons zijn aanvaard, als regel niet mogen
worden overschreden voorzover het de gevolgen voor de gemeentesubsidies betreft.
lij mogen U dan voorstellen voor 1961 en 1962 aanvullende bedragen beschikbaar
te stellen door vaststelling van de op dit voorstel betrekking hebbende begro
tingswijziging.
De subsidie-commissie wordt over dit voorstel gehoord en een eventueel afwijkend
advies zal te Uwer kennis worden gebracht.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R. Geuljans burgemeester.
Van Woensel
secretaris.