gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Volgno. 27 der agenda Bijlagen 1562 no. 357 16 augustus 1962 V/11077 Pre-advies van burgemeester en wethouders op het verzoek van C.Leliard om schadeloosstel ling in verband met de ontruiming van het pand Slingerweg 1 In de raadzaal ligt voor U ter visie een mede aan Uw raad gericht schrijven dd. 5 juli 1962 van C.Leliard, van beroep caféhouder, wonende te Breda, Slingerweg 1 Hierin deelt hij mode, dat hij de hem door ons college aan geboden schadeloosstelling in verband met de ontruiming van het door hem van de gemeente gehuurde pand Slingerweg 1 te gering acht; hij vraagt hem een grotere schadeloosstelling te geven of hem een ander bedrijfspand be schikbaar te stellen. Naar aanleiding van dit verzoek moge het volgende dienen. Op 18 mei 1960 is de gemeente van genoemd pand, hetwelk door verzoeker voor 21,80 per week wordt gehuurd, eigenaresse geworden. Het pand zal in 1963 dienen te worden gesloopt ten behoeve van de aanleg van de noordelijke invalsweg. Adressant heeft reeds meermalen verzocht hem vervangende café-ruimte aan te bieden of aan het pand, dat in slechte staat van onderhoud verkeert, de nodige voorzieningen te treffen. Aangezien geen compensatie-object voorhanden is en do reparatiekosten te hoog zijn, is getracht met de huurder tegen uitbetaling van een schadeloos stelling tot overeenstemming te komen omtrent ontruiming van hot pand. Bij de berekening van deze schadeloosstelling is uitgegaan van de wet van 8 december 1961, houdende voorlopige regeling van do schadeloosstelling van huurders van onroerend goed, welke gebezigd worden voor de uitoefening van een bedrijf, in geval van onteigening, ontruiming op grond van oen wettelijk voorschrift enz.. Zoals U bekend is krijgt de huurder volgons het bepaalde in genoemde wet in het algemeen bij ontruiming van oen bedrijfspand een schadeloosstelling, bedragende - ter keuzo van de huurder - maximaal do som van de bedrijfs winsten over de laatste 3 jaren of achtmaal de jaarhuur en minimaal twee maal de jaarhuur. Naarmate de betreffende huurder na de datum van het onteigoningsvonnis of het notarieel transport van de aankoop het door hem gehuurde nog mag blijven gebruiken, wordt volgons genoemde wet de schadeloosstelling voor ieder jaar van voortgezet gebruik verminderd mot één jaar winst of een derde gedeelte van de huur over acht jaren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 615