gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Volgno. 23 der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van een schrijven dd. 28 augustus
1962 van de raad van commissarissen van
"Het Turfschip" N.V. betreffende een te bouwen
congres- en tentoonstellingscentrum op het
Chasseeveld te Breda.
Bij besluit van 7 juli 1961 heeft Uw raad besloten om samen met de Earner
van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant de Naamloze Vennoot
schap "Het Turfschip" op te richten, welke tot doel heeft tot de bouw en de
exploitatie van oen gelijknamige congres- en tentoonstellingsruimte te ge
raken op het Chasseeveld, Het maatschappelijk kapitaal bedraagt 50.000,-
waarvan 10.000,- zijn geplaatst en volgestort, t.w. 4 aandelen door de
kamer van Koophandel en 6 aandelen door de gemeente Breda.
In dat stadium waren de prognoses van stichtings- en exploitatiekosten ge
baseerd op de inzichten van het rapport Bakkenist, Spits en Co te Amsterdam
en op aan te gane geldleningen van 1.350.000,-. Vervolgens was bewerkstel
ligd, dat de door de gemeente aan te gane verplichtingen voor rente en af
lossing voor niet minder dan 5Q& gegarandeerd en veilig gesteld werden door
een aantal "achterborgen", die in totaal 43.000,- gedurende 10 jaar garan
d-eerden in eventuele risico's en tekorten.
Dit project heeft bij Uw raad en in de investeringsnota terecht een hoge
prioriteit verworven, omdat juist dit gebouw in die hoge mate het interindi-
viduele contact, het gemeenschapsleven, het vreemdelingenverkeer, het con
greswezen etc. etc. ten zeerste zal dienen.
Eveneens hébben de plannen voor deze zo noodzakelijke accommodatie bij
gedeputeerde staten een gunstig onthaal gehad, die reeds op 26 juli 1961
hun goedkeuring aan de betreffende raadsbesluiten hebben gegeven.
Thans ligt hier een schrijven van de raad van commissarissen van Het Turf
schip dd, 28 augustus 1962, ter tafel met het verzoek het bedrag van
1.350.000,- aanzienlijk te verhogen. Zoals uit dit schrijven, dat wij met
de bijlagen voor TJ ter visie hebben gelegd, blijkt, betreft het thans een
project van weliswaar veel ruimere omvang en tevens van aanmerkelijk grotere
exploitatiemogelijkheden dan voorzien was in het op 12 juli 1961 aan Uw
raad voorgelegde ontwerp.
Enerzijds is dit een gevolg van het gegroeide inzicht, dat het oorspronkelijke
plan bij nadere bestudering niet adequaat was aan de dringende behoefte op
dit gebied in Breda, anderzijds vindt dit zijn oorzaak in de verworven we
tenschap, dat do combinatie van functies, zoals in hot door het bureau Bakke
nist opgestelde rapport was voorgesteld niet verantwoord is. Wij onderschrijven
Bijlagen 1962
110. 415
13 september 1962
AZ/14712