gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 3 der agenda
Bijlagen 1962
no. 433
10 oktober 1962
V/15668
Preadvies van burgemeester en wethouders
naar aanleiding van de mededeling van
Chr.v.d,Gonugten dd. 25-9-1962 dat hij
voornemens is in beroep te gaan tegen het
raadsbesluit dd. 11-7-1962. tot het buiten
behandeling laten van zijn verzoek om scha
devergoeding op grond, van de schad.evergoe-
dingsverordening
Uw raad heeft op 11 juli 1962(voorstels bijlagen 1962 no. 303) besloten
om hot verzoek van Chr. v.d.Gcnugten, van beroep grossier en handelaar
in aardappelen, groenten en fruit, wonende aan de Ilr.Dr.Prederiksstraat
12-12a, om tegemoetkoming op grond van de schadcvergoedingsverordening
buiten behandeling te laten.
Van deze beslissing heeft ons college hom in kennis gesteld bij schrijven
van 27 juli 1962, met vermelding dat hij, indien hij van dit besluit in be
roep wenst te komen, van zijn voornemen hiertoe mededeling dient tc doen aan
Uw raad binnen 2 maanden, zulks conform artikel 5, lid 2, van de gemeente
lijke schadevergoedingsverordening, waarvan een exemplaar voor U in de raad
zaal ter visie is gelegd.
Dit laatste nu heeft v.d.Genugten gedaan bij zijn aan Uw raad. gericht
schrijven dd. 25 september 1962, ingekomen op 26 september 1962, dus juist
binnen de gestelde termijn van 2 maanden. In de raadzaal is deze brief ter
inzage gelegd.
Ingevolge artikel 5> lid 3, van de schadevergoedingsverordening moet door
Uw raad binnen 2 maanden na ontvangst van de mededeling van Chr.v.d.Ge
nugten, mitsdien uiterlijk in de raadsvergadering van november a.s., een
commissie van beroep worden aangewezen, waarbij belanghebbende binnen 30
dagen nadat hem de aanwijzing is medegedeeld bij gemotiveerd beroepschrift
voorziening kan vragen. Deze juridische commissie bestaat uit een voorzitter
en twee leden die op voordracht van ons college door Uw raad buiten Uw
midden worden benoemd. Indien door deze commissie in beroep wordt beslist,
dat het verzoek om tegemoetkoming in behandeling moet worden genomen, wordt
aan een commissie van drie deskundigen (schadebeoordelingscommissie, van
wie één te benoemen door ons college, één door belanghebbende en de derde
door deze beiden tezamen) opgedragen ter zake advies aan de raad uit te
brengen. Nadat dezo commissie rapport heeft uitgebracht beslist de raad of
verzoeker in feite onevenredige schade heeft geledon als bedoeld in de scha
devergoedingsverordening en wordt zo nodig de tegemoetkoming vastgesteld.
Indien de raad de tegemoetkoming op een lager bedrag hooft vastgesteld dan
in hot rapport van de commissie is aangegeven, wijst de raad, na mededeling