gemeente Breda
aars de raad der gemeente Breda.
volgno. 4 der agenda
Bijlagen 1962
no. 434
10 oktober 1962
V/15256
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van het onteigeningsplan
"Doelakkers"
Op 16 mei 1962 besloot Uw raad voorlopig goed te keuren een plan tot ont
eigening van een aantal percelen en perceelsgedeelten gelegen in het uit
breidingsplan "Doelakkers
Ingevolge het bepaalde in artikel 80 der onteigeningswet heeft dit voor
lopig goedgekeurde plan met de daarbijbehorende stukken met ingang van
25 mei 1962 gedurende dertig dagen voor eenieder ter inzage gelegen ter
gemeentesecretarie. Deze ter visielegging is op de gebruikelijke wijze
vooraf aan de ingezetenen bekend gemaakt en bovendien aangekondigd in
de plaatselijke dagbladen "De Stem" en "De Bredasche Courant".
Tegen dit voorlopig goedgekeurde plan is bijgaand bezwaarschrift in
gekomen van J.A.J. Krijnen en diens echtgenote, wonende Doelen 58 te
Breda, eigenaren van de percelen Princenhage sectio TT, nos. 1171, 1194,
1286 en 940, op het ter visie gelegde grondplan respectievelijk met de
nos. 1 tot en met 3 on 6 aangeduid. Daar dit bezwaarschrift tevens is
ontvangen binnen de door dc wet gestelde termijn, zijn reclamanten ont
vankelijk in hun bezwaren, die zich in hoofdzaak'richten tegen het ver
lies van een deel van hun gemengd land- en tuinbouwbedrijf.
De van adressanten te onteigenen percelen zijn in het uitbreidingsplan
"Doelakkers", dat de basis is van dit onteigoningsplanbestemd voor be
bouwing A met voor- en achtertuinon en wegaanleg. Dit uitbreidingsplan,
vastgesteld door de raad op 17 augustus 1955, is gedeeltelijk goedgekeurd
door gedeputeerde staten van Noord-Brabant bij besluit van 7 augustus
1957, G. no. 25548, on voor het overige gedeelte bij koninklijk besluit
van 2 september 1959, no. 21. Een zodanige wijziging van het uitbreidings
plan, dat genoemde percelen buiten de onteigening zouden kunnen blijven,
achten vrij niet mogelijk, Gedurende de procedure van de totstandkoming
van het uitbreidingsplan zijn alle voor- en nadelen, alsmede het feit dat
een uitbreidingsplan titel is voor onteigening, overwogen. Tenslotte is
door de Kroon beslist ten gunste van dit uitbreidingsplan. Zoals wij in
ons voorstel dat geleid heeft tot Uw besluit van 16 mei jl. hebben ver
meld, dringt realisering van deze woonwijk, teneinde tc kunnen voorzien
in de grote behoefte aan huisvesting in deze omgeving en is in de naaste
omtrek geen ander voldoende groot bouwterrein aanwezig.
Reclamanten zullen bij aankoop of onteigening volledige schadeloosstelling
overeenkomstig de daarvoor bestaande wettelijke regelingen ontvangen. Hun
bezwaren dienen derhalve ongegrond te worden verklaard.