volgno. 4 der agenda
-2-
De inspecteur van de volksgezondheid wiens advies wij ingevolge wettelijk
voorschrift omtrent genoemde bezwaren hebben ingewonnen, heeft ons bij schrijven
van 17 september 1962, no. 0917702 in overweging gegeven de onteigenings
procedure voort te zetten.
De hoofdingenieur-directeur van do cultuurtechnische dienst in Noord-Brabant
maakt bij schrijven van 21 juni 1962, no. 3656 bezwaar tegen het plan uit
landbouw-economisch oogpunt, terwijl zijns inziens de urgentie van de stadsuit
breiding ter plaatse, mede gelet op de omvang, niet van overwegende betekenis
is. In wezen is zijn afwijzende houding gericht tegen het uitbreidingsplan,
dat zoals gemeld tot in hoogste instantie is beoordeeld en akkoord bevonden.
Mitsdien stellen wij U voor:
I. de bezwaren van J.A.J. Krijnen en diens echtgenote, wonende Doelen 58 te
Breda, ongegrond te verklaren;
II. teneinde uitvoering te kunnen geven aan het uitbreidingsplan "Doelakkers",
vastgesteld bij Uw besluit dd. 17 augustus 1955, gedeeltelijk goedgekeurd
door gedeputeerde staten van Noord-Brabant bij besluit van 7 augustus
1957, G. no. 25548, en voor het overige gedeelte bij koninklijk besluit
van 2 september 1959, no. 21, in het belang van de volkshuisvesting ten
name van de gemeente Breda te onteigenen de percelen en perceelsgedeelten
aangegeven op tekening no. 15901 en vermeld op de daarbijbehorende
lijst van eigenaren welke alle in het bij Uw besluit dd, 16 mei 1962
voorlopig goedgekeurde onteigeningsplan zijn begrepen;
III. in de onteigeningsprocedure het feitelijk in het bezit van de gemeente
stellen van de onder II bedoelde percelen en perceelsgedeelten overeen
komstig de bepalingen vervat in artikel 54a e.v. der onteigeningswet te
vorderen
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U
nog worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda
R. Geuljans
burgemeester
Van Woensel
secretaris
Ter visie in de raadzaal.