*o; r volgno. 10 der agenda -2- Pi 7* >- wordt ontlast, aanbeveling. Provinciale staten zullen - dat mag in redelijkheid worden verwacht - het grondgebied van het af'valwaterzuiverend waterschap zodanig vaststellen, dat een efficiënte organisatie en een zo breed mogelijk financieel draag vlak wordt verkregen. Een waterschap kan alle vervuilers binnen zijn grenzen in de omslagheffing betrekken, zowel hen, die afvalwater lozen op de afvoerleiding, als degenen die afvalwater in openbaar oppervlakte water afvoeren. Het kan, anders dan. gemeentel, waar dat in verband met het beperkte zelfreinigende vermogen van openbaar oppervlakte-water no dig is dwingen tot gebruikmaking van de afvoerleiding door lozing op oppervlakte-water te verbieden. Ook is bij zuivering door een waterschap een uniforme tariefstelling bij de omslagheffing verzekerd; binnen de grenzen van het waterschap zullen er m.a.w, geen verschillen in tarieven zijn van gemeente tot gemeente, hetgeen o.a. van belang kan zijn op het stuk van industrievestiging. Bovendien kan, indien een bestaand waterschap met de zuiveringstaak wordt belast, voor de omslagheffing gebruik worden gemaakt van de aanwezige ad ministratieve uitrusting; ook deze vermijding van doublures (kantoor-ruim te, registers, inventaris, personeel) geeft een kostenbesparing ten op zichte van door gemeenten te treffen voorzieningen. De zuiveringskosten zullen uiteraard door de vervuilers moeten worden ge dragen en wel in de mate, waarin zij water vervuilen. Aangezien gemeenten niet als zodanig (wel als eigenaresse van bebouwd_e percelen) tot de ver vuilers mogen worden gerekend, zullen de gemeenten q.q. niet kunnen worden aangeslagen. Het ligt voor de hand, dat de gemeenten dan ook bezwaarlijk qualitate qua aanspraak op een vertegenwoordiging in het bestuur van het afvalwater zuiverend waterschap kunnen maken, doch dit bezwaar, zo het al als zodanig wordt gevoeld, weegt niet op tegen de vele voordelen, die de waterschapsvorm biedt In het licht van het bovenstaande stellen wij U voor, tezamen met de ove rige belanghebbende gemeenten, tot provinciale staten het verzoek te rich ten voor het gebied, dat minimaal door die gemeenten wordt gevormd een waterschap met de afvoer en zuivering van afvalwater te belasten, zulks door vaststelling van bijgaand ontwerp-besluit Het behoeft, nemen wij aan, geen toelichting dat wij van oordeel zijn, dat de gemeente Breda haar eigendommen en rechten, verband houdend met de afvoerleiding, slechts aan een af'valwaterzuiverend waterschap kan overdragen tegen integrale vergoeding van de door Breda in verband met de aanleg van de afvoerleiding gemaakte Kosten en tegen overneming door het waterschap van alle door Breda terzake aangegane verplichtingen. Ua overleg met de dagelijkse besturen der gemeenten, die voornemens zijn of overwegen op de afvoerleiding aan te sluiten leggen wij U een concept besluit ter vaststelling voor in dezelfde redactie waarin het ook aan de raden van de andere gemeenten zal worden aangeboden, dit teneinde bij pro vinciale staten een zo krachtig en eensgezind mogelijk geluid te kunnen doen horen. Dit moge de opneming in het besluit verklaren van de bepaling sub D, welke voor Breda wel niet van rechtstreeks belang is, maar die is op genomen om het besluit zodoende ook voor de overige gemeenten acceptabel te maken. Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 738