gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno. 12 der agenda Bijlagen 1962 no. 442 10 oktober 1962 OSS/16448 Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de subsidieregeling ten behoeve van de organen van samenwerking voor het maat schappelijk werk en de instellingen voor het algemeen maatschappelijk werk. Bij besluit van 19 december 1958 (bijlage no. 559) heeft Uw raad een subsi dieregeling vastgesteld ten behoeve van organen van samenwerking voor het maatschappelijk werk en ten behoeve van organen van het uitvoerend algemeen maatschappelijk werk op grond waarvan subsidie wordt verleend aan de stichting katholiek sociaal centrum Breda en de commissie voor kerkelijke gezinszorg. Deze regeling sluit wat het subsidiesysteem betreft geheel aan bij de toen bestaande rijksrichtlijnen voor de subsidiëring van bovenge noemde organen. Daarnaast is de mogelijkheid open gelaten rekening te hou den met specifiek plaatselijke omstandigheden. De rijksrichtlijnen zijn thans vervallen en met terugwerkende kracht tot 1 januari 1962 vervangen door respectievelijk "de rijkssubsidieregeling voor organen van samenwerking" en "de rijkssubsidieregeling voor het algemeen maatschappelijk werk"In het algemeen kan hiervan gesteld worden dat de nieuwe regelingen strakker en overzichtelijker van opbouw zijn. In grote lijnen liggen er echter dezelfde gedachten aan ten grondslag als indertijd aan de voorlopige richtlijnen. Aan de hand van de opgedane ervaringen en de zich vernieuwende inzichten op wetenschappelijk gebied is er meer dan voor heen de nadruk op gelegd om bij de uitvoering van het maatschappelijk werk tot een zo goed mogelijke coördinatie en samenwerking te komen van de di verse werkvormen en van do verschillende organisaties binnen een bepaald levensbeschouwelijk of algemeen verband. Ten aanzien van de organen van samenwerking is thans nadrukkelijk gesteld dat zij een taak hebben met betrekking tot de bezinning, planning en be leidsvorming waarbij getracht is de organen een zo groot mogelijke vrij heid van vormgeving en ontwikkeling te laten. Gok is de mogelijkheid open gelaten, dat de organen nauwe contacten onderhouden en tot vormen van sa menwerking komen met andere organisaties dan de traditioneel charitatieve, diaconale en humanitaire instellingen die belang hebben bij een goede be hartiging van het maatschappelijk werk, of die het maatschappelijk werk als deeltaaie vervullen, waarbij gedacht is aan vak- en standsorganisaties, sociaal-culturele en sociaal-hygiënische instellingen. De instellingen voor maatschappelijk werk dienen niet alleen bijzondere aandacht te schenken aan de verdere ontplooiing, verdieping en consolide ring van hun arbeid maar ook verbindingen te leggen met andere sectoren in de samenleving. Met deze wenselijkheden is in de nieuwe subsidieregeling in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 742