gemeente Breda aan de raad der gemeenie Breda. volgno. 16 der agenda Bijlagen 1962 no. 492 7 november 1962 OSS/9143 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlenen van een subsidie aan de vereniging "Het Groene Kruis" in nog niet betaalde salariskosten over 1959 en 1960 Sinds de fusie in 1952 van de Protestants Christelijke Wijkverpleging uit gaande van het Diaoonessenhuis met de vereniging Het Groene Kruis zijn dia conessen bij de huidige vereniging werkzaam geweest. Omdat zij niet bij de vereniging in loondienst waren werden de salarissen door de vereniging aan het Diaoonessenhuis betaald. Toen het rijk bleek, dat niet voldaan werd aan de subsidievoorwaarde dat het personeel in loondienst bij de vereniging moet zijn, staakte het met ingang van 1959 - de salariskosten over het eerste kwartaal waren inmiddels voldaan - de subsidieverlening over de salarispost voor de diaconessen. Daardoor was de vereniging niet meer in staat de salariskosten aan het Diaoonessenhuis te betalen. Verzuimd werd toen echter deze salarisschuld in de financiële jaarstukken te verantwoorden. Deze kwestie is slepende gebleven tot januari 1961 toen de enige nog bij de vereniging werkzame diacones in loondienst kon worden overgenomen. Voor het feit dat de afwikkeling van deze kwestie zo lang heeft geduurd zijn 2 oor zaken aan te wijzen. Op de eerste plaats staat het bestuur van het diaconessenhuis op het stand punt, dat de diacones zoveel mogelijk aan het diaoonessenhuis verbonden be hoort te blijven. Vervolgens heeft hier een vrij ingewikkelde pensioen-aan gelegenheid gespeeld, die eigenlijk is uitgegroeid tot een prestigekwestie, welke uiteindelijk door de verzekeringskamer ten gunste van het diaconessen- huis is beslist. De vereniging verzoekt thans in de nog niet aan het diaoonessenhuis betaalde salariskosten over 1959 en 1960 alsnog subsidie te willen verlenen. Op gron den van redelijkheid menen wij aan dit verzoek te moeten voldoen. Ook het rijk heeft, nog zeer onlangs, subsidie in deze kosten verleend. Met de op blz. 4 van het accountantsrapport 1961 becijferde schuld, welke in de betreffende toelichting nader is gespecificeerd, kunnen wij instemmen met dien verstande dat wij daarop in mindering willen brengen een bedrag van 1.028,06, zijnde de pensioenpremie over 1955 toen de gemeente subsidieerde, met een bedrag per lid en daaraan willen toevoegen een bedrag van 1.095,09, het verschil tussen de oorspronkelijke en de uiteindelijke salarisnota's als een gevolg van salarisverhogingen met terugwerkende kracht. De totale schuld bedraagt derhalve 14.587,17 en op grond van de subsidie regeling is daarvoor een subsidiebedrag benodigd van 4.862,39' Met inbegrip van het reeds ontvangen rijkssubsidie moet het de vereniging daarmee mogelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 829