volgno. 26 der agenda
-4-
voldoende publiciteit, het ontbreken van een centraal beleid ten aanzien
van het aantrekken en de datering van de stukken onvolkomenheden in het
praktische vlak zijn, die grote invloed kunnen hebben op de gang van zaken.
Op grond van deze overwegingen hebben wij de besturen van de vier uit
koopverenigingen uitgenodigd tot deelname in een gemeenschappelijk overleg
samen met enige van onze ambtenaren en onder voorzitterschap van de wet
houder van onderwijs en culturele zaken. Dit overleg heeft intussen vaste
vorm aangenomen in de zgn, coördinatiecommissie. Het is onze bedoeling mede
middels dit orgaan te komen tot een bewuste en centrale aanpak van het
schouwburgbeleid. Dit impliceert, dat wij streven naar een programmering van
- zoveel mogelijk - het gehele uitgaansseizoon vanuit een werkelijke visie
en tevens afgestemd op de behoeften van het publiek. Hier zal dus sprake
moeten zijn van een soort dialectische beweging, waarbij enerzijds de
vraag en het opneraingsvermogen van het publiek, alsmede zijn wensen inzake
praktische punten ten aanzien van datering e.d. een basis moeten vormen
van het schouwburgbeleid, terwijl anderzijds de visie en deskundigheid die
achter dit beleid behoren te staan een zekere richting zullen moeten geven
aan de publieke behoeften en smaak.
Voor de verwerkelijking van een dergelijke opzet zal een directeur nodig
zijn, maar tevens is de medewerking van de bestaande uitkoopverenigingen
van groot belang.
Met name zal het wenselijk zijn te komen tot een aantal geheel vrije voor
stellingen, die voor iedere belangstellende onder gelijke condities toe
gankelijk zijn.
Voorts zullen dus deze vrije voorstellingen samen met de resterende uit-
koopverenigingsavonden moeten worden ingepast in een evenwichtig rooster,
dat aan de behoeften is aangepast.
Ook de cultuur moet "verkocht" worden. De publiciteit vraagt daarom bij
zondere aandacht; zij vraagt om een centrale en doelmatige opzet, zij
moet goed gericht zijn, een behoorlijke frequentie hebben, en overzichte
lijk in kort bestek alle nodige informatie geven.
Tevens zal het publiek tegemoet gekomen moeten worden door mogelijkheden
van kaartverkoop en plaatsbespreken aanzienlijk te vereenvoudigen en uit
te breiden. Aan de zaal en telefonisch moeten meerdere dagen voor de uit
voering plaatsen verkrijgbaar zijn. Hierbij kan tevens gewezen worden op
de wenselijkheid van een rangenstelsel, invoering van couponhoekjes,
abonnementen e.d.
De belangstelling van de jeugd moet gewekt worden door uitgifte van jeugd-
paspoorten en eventuele andere faciliteiten.
Bij dit alles dient er rekening mee te worden gehouden, dat thans sprake
is van een overgangsituatie, waarhij op korte termijn aan gebouw Concordia
een directeur behoort te worden verbonden, terwijl op iets langere termijn
een nieuw schouwburggebouw tot stand moet komen.
De gevoerde besprekingen in de coördinatiecommissie over de realisering
van het hier aangegeven beleid hebben dank zij de medewerking van de betrok
kenen reeds tot gunstige resultaten geleid. In beginsel is besloten tot
het brengen van een 20-tal vrije voorstellingen in het seizoen 1963/1964,
die in de plaats zullen komen van evenveel verenigingsavonden. Nagegaan
wordt, in hoeverre het mogelijk is ook reeds in het thans lopende seizoen
enige verenigingsvoorstellingen vrij te maken. Over de concrete resultaten
en de financiële consequenties hiervan zullen U nog nadere bijzonderheden
bereiken. Voor bovengenoemde praktische punten is inmiddels medewerking
toegezegd. De besprekingen over de feitelijke regeling van dit alles duren
nog voort. De uitvoering van een en ander is voorlopig in handen van een