U827>23^15 -7- Met behoud van dit uitgangspunt zien wij geen mogelijkheden tot verdere verlaging van uitgaaframingen. De berekening van de saldi-reserve zoals in de nota van aanbieding 1963 ge geven kan niet direct aansluiten aan de becijfering die gegeven is in de nota van aanbieding 1962, omdat: 1de als saldi-reserve aan te merken gereserveerde rente berekend over nog niet uitgevoerde kapitaalswerken op 1-1-1962 een hoger bedrag beloopt dan op 1-1-1961 (uitgangsdatum van becijfering in nota van aanbieding 1962); 2. in de berekening zoals opgenomen in de nota van aanbieding 1962 voor het nadelig saldo van de rekening 1960 een voorlopig (geraamd) bedrag moest worden opgenomen bij gebrek aan het juiste cijfer. Uitgaande van de becijfering in de nota van aanbieding 1962 kan het volgende overzicht worden samengesteld. Saldi-reserve per 1-1-1960 (na afboeking nadelig saldo 1958) 2.303.701,06 Correcties in verband met vaststelling van de rekeningen 1957 en 1958 door gedeputeerde staten 244.009,28 2.059.691,78 Als saldi reserve mede aan te merken de gereserveerde rente berekend over nog niet uitgevoerde kapitaalswerken (rente over zg. pipe-line) welke per 1-1-1962 beloopt 2.873.226,89 per 1-1-1961 ƒ2.849.711,75) 4.932.918,67 Nadelig saldo rekening 1959 1.286.968,50 Nadelig saldo rekening 1960 540.264,65 3.105.685,52 Dit cijfer stemt overeen met de berekening in de nota van aanbieding 1963. De vraag of een saldi-reserve tot een bedrag van 3.1 CO.000,- voor Sreda voldoende is gezien de omvang van de rekening en de reële behoeften, heeft - gelet op de aard en het ontstaan van deze reserve - weinig zin en kan ook niet concreet worden beantwoord.. De vraag of een reserve voldoende is voor een reële behoefte kan alleen ge steld worden indien sprake is van een bewuste reservering voor een bepaald doel. De saldi-reserve ontstaat echter uit min of meer toevallige overschotten op voorgaande dienstjaren, \felke een gevolg zijn van hogere inkomsten dan was voorzien, dan wel het achterblijven van de werkelijke uitgaven op de ramingen. Bewuste reservering voor dekking van toekomstige tekorten vindt niet plaats. De vraag of de beschikbare saldi-reserve voldoende waarborgen biedt in de gegeven concrete begrotingssituatie 1963 menen wij bevestigend te moeten beantwoorden. Dit standpunt menen wij te kunnen innemen op grond van de verwachting over het sluitend resultaat van de rekeningen over de dienstjaren 1961 en 1962 en het relatief geringe risico dat genomen wordt bij het stellen van de ra mingen voor de uitkeringen uit het gemeentefonds boven de laatst bekende voorlopige aanwijzingen van de minister van binnenlandse zaken op dit punt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 889