De in de nota van aanbieding bij de bespreking van het investeringsbeleid opgenomen passage "dat getracht wordt tot iedere prijs te voorkomen dat het investeringsprogramma in gevaar wordt gebracht" moet geplaatst worden in het kader van het financieel beleid op lange termijn zoaljï dit door ons bij de begroting 1962 is ontwikkeld en waarbij een duidelijke preferentie is uitgesproken voor de investeringen in de geldelijk niet rendabele sector. De begrotingsbehandeling 1962 heeft duidelijk gemaakt, dat dit beleid door Uw raad volledig is overgenomen. Te letterlijke opvatting van deze passage zou kunnen betekenen de veront- achtzaming van het gemeente-belang, hetgeen nimmer de bedoeling kan zijn. De onderscheiding in rendabele en niet rendabele kapitaalswerken wordt bepaald, door de wijze waarop de uit de investering voortvloeiende lasten moeten worden gedekt. Voorzover de lasten moeten worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente is er sprake van een geldelijk niet rendabele investering. In alle andere gevallen is er sprake van een geheel of gedeeltelijk geldelijk ren dabele voorziening. De rentabiliteit kan worden verkregen uit de opbrengst van een tarief voor levering of dienstverrichting, verhuur of verpachting, dekking van lasten uit normvergoedingen, subsidies, bijdragen o.d, van rijk, provincie of derden. Afhankelijk van de lastendekicing moet dus de geldelijke rentebiliteit en de mate daarvan worden bepaald. De relatie welke in de vraag wordt gelegd met de sportvoorzieningen en de plaats welke deze voorzieningen innemen in het investeringsprogram komt ons niet duidelijk voor. De sportvoorzieningen zijn in het algemeen prak tisch volledig aan te merken als geldelijk niet rendabel omdat de verhuur en ingebruikgeving nimmer kan plaats vinden op kostprijsbasis. De plaatsbe paling van de sportvoorzieningen in het investeringsprogram willen wij thans niet opnieuw ter sprake brengen. Voor een goed begrip willen wij er nog wel de aandacht op vestigen, dat de plaatsbepaling in het investerings program voor sportterreinen niet betekent, dat thans in de sportsector geen investeringen worden gedaan. Wij kunnen hier vermelden de realisatie van projecten welke nog in uitvoering zijn en de hoge urgentie van 2 belang rijke sportprojecten nl. het zwembad Wolfslaar en de sporthal waarvan de realisatie in de eerstvolgende jaren kan worden verwacht. Indien kan worden bereikt, dat de taak van het afvoeren van het rioolwater en de eventueel nog nodige zuivering van dit water kan worden overgedragen aan een water- of zuiveringsschap komt inderdaad een belangrijk investerings volume in de komende jaren vrij. De omvang van dit volume is zodanig, dat er dan o.i. aanleiding bestaat de investeringsplanning opnieuw in totaal verband te bezien. Op dit moment, nu nog geen zekerheid bestaat of de plannen in deze rich ting kunnen worden gerealiseerd, komt het ons niet gewenst voor bepaalde suggesties te doen. Wij streven er naar om het investeringsplan 1 963 zo tijdig aan U aan te bieden, dat behandeling daarvan gelijktijdig met de begrotingsbehandeling 1963 kan plaats vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 890