-17- De vorige accountant verzocht: een belangrijk hoger honorarium dan hij tot dan toe genoot. Dit was voor ons aanleiding U voor te stellen over te gaan naar het Verificatiebureau der Ver. lied. Gemeenten, dat meer gespeciali seerd is in controle van overheidsadministraties. Deze overgang veroor zaakte inderdaad hogere controlekosten, welke echter naar onze mening verantwoord zijn. De taak van het accountantskantoor is omschreven in de overeenkomst met het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten, van welke overeenkomst een exemplaar ter visie is gelegd. volgno. 74 Met ingang van het begrotingsjaar 1963 worden in de begroting van het gas-, het water- en het elektriciteitsbedrijf in verband met de openbare verlichting, alleen de kosten voor onderhoud begroot. Alle overige lasten verband houdende met die verlichting worden geraamd in de begroting van de algemene dienst. Ook de eventuele ramingen t.b.v. de onderhoudsreserve vinden aldaar plaats. Dienaangaande volgt nog een afzonderlijk raadsvoorstel. volgno. 36 Bij de primitieve begroting voor het waterbedrijf werd nog geen rekening gehouden met de voorgestelde tariefswijziging. Voor het jaar 1962 werd de winstuitkering begroot op 2,709,- terwijl voor 1963 deze uitkomst 5»007,- bedraagt. Van een aanzienlijke verhoogde winst is naar onze mening geen sprake. Staat van activa In de begroting 1962 was door het opnemen van de lasten, voortvloeiende uit de totale investering voor de nieuwe dienstgebouwen, duidelijk tot uitdrukking gebracht, dat deze investering geen onevenredig zware last op de exploitatie der bedrijven zou leggen. De desbetreffende begrotings wijziging werd dan ook vlot goedgekeurd. Anderzijds is het voor het verkrijgen van een betrouwbaar inzicht in de exploitatie 1963 gewenst geen hogere lasten te ramen dan waartoe de te verwachten werkelijke investeringen van 1962 en 1963 aanleiding geven. Dit klemt temeer, omdat de lasten van de nieuwbouw nu tijdelijk gaan samen lopen met de exploitatie van het oude ondoelmatige gebouw. Naar gelang de nieuwe gebouwen hun voltooiing naderen, vervachten wij dat het accres van de omzet voldoende middelen zal verschaffen om de ho gere kapitaalslasten op te vangen. De uitgaven ter zake van de nieuwbouw zullen in 1962 het geraamde niveau niet halen als gevolg van het feit, dat de rijksgoedkeuring eerst onlangs is afgegeven. Met betrekking tot ons standpunt inzake het afschrijven op de boekwaarde van gronden moge worden verwezen naar hetgeen wij in deze memorie van antwoord dienaangaande mededelen onder hoofdstuk VIII 16 inzake de grond voor sportterreinen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 899