125.000 Voor de algemene middelen der gemeente zijn de meer-opbrengsten die uit de huurverhoging voortvloeien van geen belang. Tegenover deze inkomst vermeerdering staat immers een verhoging van de normen voor onderhoud en algemene kosten respectievelijk een verlaging van de rijksbijdragen in de exploitatie die tezamen een gelijk bedrag uitmaken als het bedrag der huurverhoging. Zulks geldt althans ten aanzien van die woningcomplexen in de exploitatie waarvan het rijk participeert. Wat betreft de woningen, die geheel voor rekening van de gemeente worden geëxploiteerd - en waarbij het rijk dus geen belang heeft - is het zo, dat de meer-ontvangsten uit de huurverhogingen worden gereserveerd voor zover zij niet worden aangewend voor verhoging van de normen voor onder houd en algemene kosten. De aldus gereserveerde bedragen moeten te zijner tijd voor de sociale woningvoorziening worden aangewend. Anders dan bij het rijk vloeit er derhalve, zoals reeds opgemerkt, uit de huurverhoging geen versterking van de algemene middelen der gemeente voort De specificatie van de lagere raming van de post huren met circa 47.000,- luidt als volgt: minder geraamd 1. wegens overdracht van 144 woningen aan een bouwvereniging 121 .600,- 2. doordat uiteindelijk van de huuradviescommissie geen toe stemming tot de aangevraagde en in de begroting 1962 al geraamde verhoging der huren van een aantal woningen o,m. de 84 woningen aan de Vestkant werd verkregen. Gedoeld wordt hier op de voorlaatste huurverhoging. Het hieruit voortvloeiend verlies ten opzichte van de raming 1962 bedraagt 9.400.- meer geraamd in aanbouw zijnde 76 woningen 67.000,- meerdere huuropbrengst garages 11 .000,- 78.000.- per saldo minder geraamd 47000- Ha aftrek van de zg. "toevallige achterstand" (niet thuis getroffen bona fide huurders) en de door cessies gedekte vorderingen, bedroeg de huur achterstand per 1 oktober 1962 bedrag per woning in handen van deurwaarder a. woningwetwoningen weekhuren 9.13323 1,65 1 .659,18 maandhuren 478,15 2,34 gem. achterstand 1,67 b. aangekochte woningen weekhuren 2.043,25 2,92 993,03 maandhuren 771,65 "3,50 gem» achterstand 3,08 Dit bedrag is nadelig beïnvloed door een drietal huurders, die per 1 oktober 1962 enige maanden huurachterstand hadden. Bij het opmaken der begroting waren 54 garages nog onverhuurd waardoor,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 908