■44-
Ons is niet bekend, dat de activiteit ten aanzien van de BB bij de jongste
mogelijkheid tot samenwerking met militaire oefeningen inderdaad teleurstel
lend zou zijn geweest.
volano140
Het onderhoudsschilderwerk aan bestaande gas-straatlantaarns is sinds 10
jaar niet meer voortgezet.
Reden daartoe is dat de gas-straatverlichting geheel wordt vervangen door
elektrische straatverlichting.
Om deze reden werd het schilderen niet meer verantwoord geacht.
Bij gietijzeren gaslantaarnpalen heeft het niet schilderen daarvan geen na
delige invloed op de constructie. Het aanzien van de paal wordt er uiteraard
niet beter op.
In 1960 werd een plan opgesteld en goedgekeurd om in de jaren 1960 t/m 1964
de gasstraatverlichting volledig door elektrische straatverlichting te ver
vangen.
Per 1-1-1960 waren in bedrijf 1315 gaslantaarns.
Per 1-10-1962 waren er nog in bedrijf 870 gaslantaarns.
Als gevolg van personeelsschaarte moet er voorshands rekening mede worden ge
houden dat de volledige vervanging eerst in 1966 in plaats van in 1964 vol
tooid zal zijn.
Dit werd in het voorstel van ons college bijl.no.699 dd. 6-12-1961 no. F/1.6834
aan de raad ter kennis gebracht (ligt ter visie).
Er wordt naar gestreefd de totale vervanging in 1966 gerealiseerd te hebben.
volgno. 152c
Met betrekking tot de onder dit volgnummer gestelde vraag menen wij te moe
ten verwijzen naar hetgeen de voorzitter van de raad over dit onderwerp heeft
gezegd naar aanleiding van de bij volgnummer 152g van het centraal rapport
inzake het onderzoek van de gemeentebegroting 1961 gemaakte opmerkingen over
de nakeuring van films.
Wij achten deze nakeuring, die door de katholieke film centrale voor alle
bij de vereniging van (zuid-)llederlandse gemeenten voor gemeenschappelijke
filmkeuring op katholieke grondslag aangesloten gemeenten wordt verricht,
van grote waarde met het oog op de levensbeschouwelijke opvattingen van het
merendeel van de plaatselijke bevolking.
De K.F.C. zendt de bij de nakeuring aangesloten gemeenten regelmatig gege
vens over haar werkzaamheden.
volgno. 156
Het subsidie voor de vereniging voor veilig verkeer te Breda is bij de 1e
begrotingswijziging 1959 door de raad ingetrokken. Blijkens de laatstelijk
ontvangen jaarcijfers was de financiële situatie van de vereniging van dien
aard, dat een gemeentelijke bijdrage niet langer in een feitelijke gelde
lijke behoefte bleek te voorzien. Men bleek zich zelf zonder een zodanige
bijdrage uitstekend te kunnen bedruipen. Sindsdien hebben wij geen aan
leiding gehad de raad voor te stellen opnieuw tot subsidiëring over te
gaan.