-33-
HOOPDSTUK IX. MAATSCHAPPELIJKE STEUU EN VOORZORG
Algemeen
Het in de nota van aanbieding opgenomen cijfer van de stijging van de
netto-kosten in de sector maatschappelijke steun en voorzorg is als
volgt te specificeren:
subsidie B.I.M.Z. 605.591,-
netto-kosten voor de gemeente van toepassing van
diverse rijksregelingen 72.257,-
677.828,-
De stijging - uitgedrukt in een percentage van de oorspronkelijke ra
mingen voor 1962 - bedraagt respectievelijk 26 en 48$.
Ten aanzien van de vraag, of het raadzaam zou zijn de bestuursleden
van gesubsidieerde verenigingen, die werkzaam zijn op maatschappelijk
terrein, via het subsidie presentiegeld toe te kennen, zouden wij
willen opmerken, dat een dergelijke regeling naar wij vrezen enigszins
de ziel zou ontnemen aan het elan, waarmee talloze burgers zich naast
hun beroepswerkzaamheden inzetten voor allerlei onderdelen van het ge
mene belang.
Wij dachten dat de belangeloosheid, waarmee dit werk verricht wordt,
daaraan eén geheel eigen waarde verleent en als een aantrekkelijk ken
merk van het particulier initiatief in deze sector behoed dient te
worden
Voorzover bejaarden voor gehele of gedeeltelijke rekening van de bur
gerlijke instelling voor maatschappelijke zorg in een bejaardentehuis
worden verzorgd, wordt, op voorschrift van de armenwet, door het be
stuur van genoemde instelling regelmatig toezicht uitgeoefend op de
wijze van verpleging en verzorging van de bijstandgenietenden. Voor
het vaststellen van een gemeentelijke verordening, krachtens welke op
de onderhavige inrichtingen een zeker toezicht kan worden uitgeoefend,
bestaat tot op heden geen directe aanleiding. Wij merken hierbij boven
dien nog op» dat de voorbereiding van een wettelijke regeling op dit
punt al in een ver gevorderd stadium verkeert. Waar ons oordeel kan
zonder bezwaar de tot stand koming ervan worden afgewacht.
Inkomsten
volgno. 425
Het bureau huisvesting maakt deel uit van de dienst voor sociale zaken
en huisvesting. Volgens de begrotingsvoorschriften moeten de kosten
van het bureau huisvesting verantwoord worden ten laste van hoofdstuk
V van de algemene dienst (volgno. 206). In verband hiermede wordt door
een administratieve overboeking dat deel van de op hoofdstuk IX geraam
de apparaatskosten van de dienst voor sociale zaken dat betrekking heeft
op het bureau huisvesting gebracht ten laste van hoofdstuk V van de be
groting. Bij de berekening van de kosten van het bureau huisvesting wordt
mede in aanmerking genomen x deel van het salaris van de directeur van
de dienst.
Uitgaven
volgno. 620
Door het bestuur van het Woonwagencentrum Breda is voor alle niet-ver-