-65-
De laatste jaren hebben 3 a 4 beeldende kunstenaars van de mogelijkheden
in de regeling genoemd gebruik gemaakt.
Nadat de sociale noodzaak tot helpen is vastgesteld, beoordeelt een
commissie "Plaatselijke Commissie Sociale Kunstopdrachten" waarin o.a.
zitting hebben twee beeldende kunstenaars en twee andere deskundigen
op het gebied van de beeldende kunst, of het ingezonden werk aan te
stellen eisen voldoet.
Deze commissie beraadt zich ook over de aankoopsom van het werk alsmede
verdere vergoedingen (bv. materiaalkosten, atelierhuur)Het bedrag
van de aankoop wordt in wekelijkse termijnen uitgekeerd (maximaal 39
weken per jaar)
volgno. 664
De problemen verband houdende met de repatriëring uit Nieuw-Guinea zijn
momenteel een onderwerp van landelijk beraad.
Richtlijnen zijn nog niet verschenen.
Daar de gemeenten afhankelijk zijn van het landelijk te voeren beleid,
kunnen wij in deze geen maatregelen treffen.'
Andere vormen van maatschappelijk werk
volgno670
Over de A/raag of men in deze tijd, nu Spanjaarden, Zuid-Slaven e.a. in
Nederland worden te werk gesteld, aan emigranten tegemoet moet komen,
kan men verschillend denken.
Wanneer men meent het emigreren te moeten afremmen door geen medewerking
te verlenen aan de "Emigratieregeling"dan verliest men de realiteit
toch wel uit het oog. In 1961 werd nl. aan 18 gezinnen een financiële
tegemoetkoming verstrekt, in 1962 tot heden 6. Deze cijfers zinken in
het niet bij de landelijke cijfers, zodat het landelijk emigratiebeleid
geen enkele invloed zal ondervinden van het afwijzen van de enkelen die
in Breda financiële hulp bij emigratie verzoeken.
vclgno. 672
Ons college is van oordeel, dat de "uitvoering van de subsidieregeling
"club- en sociëteitswerk bejaarden" tot de taak van de gemeentelijke
dienst voor sociale zaken en huisvesting gerekend moet worden. Vandaar
dat het hiervoor benodigde krediet ad 22.720,- ook vóórkomt in de be
groting van deze dienst. Behalve dit in de dienstbegroting opgenomen
bedrag voor uitvoering van de subsidieregeling is in de algemene begro
ting nog een extra bedrag van 3«000,- opgenomen voor "overige activi
teiten". Uit deze stelpost worden bijdragen verleend voor veelal inci
dentele gebeurtenissen in het kader van de bejaardenzorg die niet onder
de werking van de subsidieregeling vallen maar niettemin van groot belang
zijn voor een goede uitoefening van deze zorg. De naar aanleiding van de
bejaardennota 1960 door ons college ingestelde commissie van overleg inzake
bejaardenzorg werkt bevredigend. Vooral van de zijde van de bejaarden-orga
nisaties is men verheugd over deze mogelijkheid tot deelname aan het over
leg. Als concreet resultaat is bereikt, dat het verlenen van huishoudelijke
hulp aan bejaarden is georganiseerd. Ook andere onderwerpenal of niet
in de bejaardennota. 1960 vermeld, hebben reeds onderwerp van bespreking
uitgemaakt.
