gemeente Breda 1 aan de raad der gemeente Breda. Bijlagen 1962 no. 520 8 november 1962 OSS/18447 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van een subsidieregeling voor het jeugdwerk. Bij de behandeling van vorige subsidieregelingen voor het jeugdwerk werd door Uw raad herhaaldelijk gevraagd naar een meer genormeerde jeugdsubsidierege- ling. Wij hebben U destijds als onze mening te kennen gegeven dat het geen aanbeveling verdiende een genormeerde gemeentelijke regeling vast te stel len.Wa bestudering van diverse gemeentelijke regelingen en na bestudering van de feitelijke omstandigheden, waarin het jeugdwerk ter plaatse ver keerde, waren wij namelijk tot de conclusie gekomen dat een dergelijke ge normeerde regeling niet aan de werkelijke behoeften van het jeugdwerk tegemoet kan komen. Wij hebben Uw raad dan ook voorgesteld voorlopig een regeling te aanvaarden, waarin volstaan werd met de post jeugdsubsidie onder te verdelen in een aantal bestemmingsposten. Overeenkomstig dit laatste voorstel werd besloten (bijl. 1960 no. 338). De wens tot een genormeerde regeling te komen werd opnieuw benadrukt in het initiatiefvoorstel van de fractie van de K.V.P. betreffende een nieuwe jeugdsubsidieregeling, welk voorstel bij de behandeling van de begroting 1962 werd ingediend (zie bijlage lil). Dit initiatiefvoorstel heeft ons vanzelfsprekend aangezet de bestaande regeling opnieuw aan een beschouwing te onderwerpen. Wij hebben het in dit verband wenselijk geacht een nota te doen samenstellen, waarin een beeld wordt gegeven van de ontwikkeling van het jeugdwerk in den lande en in Breda, alsmede van onze visie over de taak en onderlinge verhouding van overheid en particuliere organisaties. Deze nota tracht een bijdrage te leveren om tot een afge wogen beleid in jeugdzaken te komen. De nota is bij dit voorstel gevoegd. In de nota hebben wij aandacht besteed aan het feit, dat het jeugdwerk een eigen plaats en functie heeft gekregen. Deze erkenning leidt er toe, dat de overheid er zorg voor dient te dragen dat het jeugdwerk zich dienovereenkomstig kan ontwikkelen. De conclusie is getrokken dat hulp van overheidswege in financiële vorm niet voldoende is, indien niet te gelijkertijd ook meer aandacht wordt geschonken aan de coördinatie en eenheid binnen het jeugdwerk zelf en tussen jeugdwerk en overheid. In de nota (pagina 7 en volgende) hebben wij uitvoerig aandacht geschonken aan de kernproblemen in het plaatselijk jeugdwerk. In bijlage I hebben wij de nieuwe regeling, zoals deze door ons na nadere bestudering wordt gedacht, opgenomen. Zowel de inhoud van de nota als de concept-subsidieregeling is onderwerp van uitvoerige bespreking geweest in de jeugdadviesraad. Ook hebben wij het nuttig geoordeeld bedoelde stuk ken te doen bespreken in de gemeentelijke sportstichting, omdat het jeugd werk raakvlakken heeft met de sport, met name de jeugdsport. Beide colleges

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 972