Hoofdstuk IV-3. Jeugdleidersvorming
Artikel I
Subsidie wordt verleend aan in Breda werkzame jeugdverenigingen met tenminste
20 leden en organisaties voor open jeugdwerk in de kosten van leidersvorming.
Artikel 2
a. Het subsidie bedraagt 75/- in de werkelijke reis- en deelnamekosten van
jeugdleiders en jeugdleidsters voor het bijwonen van landelijke, regionale
of plaatselijke bijeenkomsten en cursussen van vormende aard.
b. Aan jeugdverenigingen en organisaties voor open jeugdwerk, die ter plaatse
een jeugdleidersvormingscursus organiseren, lean een subsidie worden toege
kend van ten hoogste 75f- in de daaruit voortvloeiende kosten.
c. Richtlijnen voor het verkrijgen van het subsidie, bedoeld onder lid a en b
van dit artikel, worden door burgemeester en wethouders vastgesteld, de
jeugdadviesraad gehoord.
Artikel 5
Teneinde burgemeester en wethouders in staat te stellen het subsidie te be
palen, zenden de jeugdverenigingen en organisaties voor open jeugdwerk, die
voor dit subsidie in aanmerking wensen te komen, op een vanwege burgemeester
en wethouders verstrekt formulier de gegevens betreffende de gevolgde cursussen
en de daarvoor gemaakte kosten in.
Deze gegevens dienen tegelijk met de gegevens als bedoeld in artikel 7 van
hoofdstuk IV-1 te worden ingezonden.
Artikel 4
Op dit hoofdstuk zijn verder van toepassing de artikelen 2, 3, 4 en 8 van
hoofdstuk IV-1.
Hoofdstuk V. Bijzondere activiteiten voor de jeugd.
artikel 1
Jaarlijks kunnen subsidies worden verstrekt voor de volgende bijzondere acti
viteiten voor de jeugd.
a. recreatie- en vakantie-activiteiten;
b. culturele activiteiten.
Artikel 2
Door de betrokken jeugdverenigingen c.q. organisaties voor open jeugdwerk
dient uiterlijk drie maanden vóór het begin van de activiteiten een begroting
met toelichting te worden ingezonden.
Artikel 3
Binnen twee maanden na ontvangst van de begroting berichten burgemeester en
wethouders, gehoord de jeugdadviesraad, of zij zich met de begroting en de
daarbij gegeven toelichting kunnen verenigen en stellen zij een voorlopig
subsidiebedrag vast.
Artikel 4
Uiterlijk 3 maanden na beëindiging van de activiteiten diejit door de betrokken
jeugdverenigingen en organisaties voor open jeugdwerk te worden ingezonden: