categorie I
categorie II
categorie III 150
-3-
aanmerking komen voor een jeugdsubsidie op grond van exclusiviteit, neven
inkomsten of anderszins.
Categorie II.
Voetbal, hockey, tennis, cricket, wandelen, schermen, boksen, worstelen,
gewichtheffen.
Onder deze categorie zijn samengebracht die takken van sport, welke naar
het voorkomt mode dank zij do indirecte subsidies (accommodaties) een slui
tende begroting hebben. De ervaring leert echter, dat de aandacht en de zorg
voor de groep jeugd bij deze sporten beneden het wenselijke - en zelfs bene
den het noodzakelijke - blijft indien de financiële consequenties voor de
verenigingen, verbonden aan de verantwoordelijkheid voor de junioren, niet
wordt verlicht.
De vorming van de jeugd in en door de sport bij deze takken van sport is
echter te belangrijk om hieraan zender meer voorbij te gaan.
Categorie III.
Onder deze categorie valt de sector gymnastiek. Deze groep heeft een eigen
karakter dat verschillend is van de overige takken van sport. Immers bij
deze categorie behoeft elke groep, die les nrijgt (en geen sport in enge
zin beoefent) een gediplomeerd vakman. Ook de indirecte subsidie van de
gemeente aan de gymnastiekverenigingen voor wat betreft het ter beschik
king stellen van zalen is slechts een zeer gering percentage van dat bij
do andere takken van sport.
Op grond van bovenstaande werd het wenselijk geoordeeld voor de gymnastiek
verenigingen een afzonderlijke regeling te treffen.
Categorie IV.
tafeltennisvolleybal, basketbal, korfbal, handbal, honkbal, atletiek,
zwemmen, badminton en judo.
Deze categorie omvat een aantal takken van sport xrelke het moest dringend
aangewezen zijn op een jeugdsubsidie. Het zijn in het algemeen de vereni
gingen met een relatief klein aantal leden, hetgeen veelal veroorzaakt wordt
door de aard van de sport, welke men beoefent. Daarenboven betreft het hier
verenigingen, waarvan de leden veelal hogere contributies en bijkomende
kosten hebben te betalen dan die in categorie II genoemd, duitendien lig-en
diverse kosten (reiskosten enz.) bij gelijke prestatie in categorie Ik ho
ger dan in de overige categorieën, Betreffende zwemmen dient to worden op
gemerkt, dat - ondanks de steun, welke de verenigingen van de sportstichting
reeds ondervinden - deze tak van sport voor de kinderen zeer duur is (weke
lijks bezoek aan het sportfondsenbad kost al C,60).
Behalve het onderscheid in takken van sport, verdeeld in 4 categorieën,
meent de sportstichting nog een modificatie te moeten aanbrengen en wel
subsidiëren op basis van het aantal jeugdleden (basisbedragen), op basis
van onkosten en op activiteiten met een bepaald incidenteel doel.
Op grond van bovenstaande meent de sportstichting tot de volgende wijze
van subsidiëren van de jeugdsport te moeten komen:
basisbedrag
nihil
1,-
op onkosten op activiteiten met een
bepaald, incidenteel doe_l
nihil nihil
1>- jeugdlei-
ding maximaal 400,-
ƒ1,- medsport
keuring
ƒ1,- verenigings
leiders maximaal 500,-
2,- ffl.o.1 ers