gemeente Breda n0'524
aan de raad der gemeente Breda.
Bijlagen 1962
21 november 1962
F/19260
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van de watertarieven.
In de nota van aanbieding van de gemeentebegroting c.a. voor het dienst
jaar 1963 (blz. 15, 20 en 56) hebben wij U mededeling gedaan van ons voor
nemen U voor te stellen de tarieven van het waterbedrijf met ingang van
1 januari a.s. te wijzigen.
Uit deze mededelingen is U voorts gebleken dat het voor het bereiken van
een sluitende begroting noodzakelijk is met ingang van genoemde datum de
betalingen aan de N.V.Waterleiding Maatschappij Noord-West-Brabant in het
kader van de tarieven-egalisatie te be'ëindigen. De desbetreffende uitgaaf
post ad 100.000,-, geraamd onder volgnummer 186, komt derhalve te verval
len.
Het gevolg hiervan is dat de inwoners van Breda, wonende in het concessie
gebied van de waterleidingmaatschappij, met ingang van 1 januari a.s. weder
om onderworpen zullen zijn aan haar tarieven. De situatie van voor 1 januari
1957 (zie bijlagen 1956, no. 442) herleeft derhalve voor dit gebied.
In het voorzieningsgebied van het gemeentelijk waterbedrijf wensen wij vanaf
1 januari 1963 tarieven in te voeren naar een gelijk niveau als die, welke
in het concessiegebied van de waterleidingmaatschappij zullen gelden.
Op deze wijze zal er dus in het vervolg één tariefniveau voor de gehele ge
meente gelden zonder dat verrekening met de waterleidingmaatschappij nodig
is. Opvoering van de eigen tarieven tot het niveau van die van de water
leidingmaatschappij leidt tot een hogere winstuitkering van het waterbe
drijf van rond 165.000,- per jaar. Tezamen met de reeds genoemde 100.000
vormt zij, zoals gezegd, een der maatregelen tot het sluitend maken der
begroting 1963, een maatregel die onzes inziens vooral door zijn brede sprei
ding over de plaatselijke gemeenschap redelijk en billijk mag worden genoemd
Uit bestuurlijk oogpunt achten wij het belangrijk dat het vraagstuk van de
ongelijkheid der tarieven nu tenslotte tot een meer aanvaardbare en defini
tieve oplossing zal komen en daardoor in grote mate bijdraagt tot het kli
maat, waarin de samenwerking met de waterleidingmaatschappij tot tastbare
resultaten zal kunnen leiden.
Wij menen hiermede het doel en de noodzaak van onze voorstellen in algemene
l zin voldoende duidelijk te hebben toegelicht.
Wat betreft de tarieven zelf merken wij vooreerst op dat de waterleiding-