gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 42 der agenda
Bijlagen 1963
no. 537
29 november 1963
P/19201
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van de verplaatsingskostenrege
ling lager- en kleuteronderwijs 1963.
De lager-onderwijswet 1920, de kleuteronderwijswet en het besluit buitenge
woon lager onderwijs verlenen de gemeenteraad de bevoegdheid onder goed
keuring van gedeputeerde staten een regeling te treffen tot het verlenen van
een tegemoetkoming aan het onderwijzend personeel van de gemeente in de
kosten, voortvloeiende uit de verandering van standplaats. Maakt de gemeente
raad van die bevoegdheid gebruik dan is hij gehouden aan het onderwijzend
personeel van de in de gemeente gevestigde bijzondere scholen, dat in het
zelfde geval verkeert, een gelijke tegemoetkoming toe te kennen.
Van deze bevoegdheid heeft Uw raad laatstelijk bij besluit van 21 maart 1961
tot vaststelling van de verplaatsingskostenverordening lager en kleuteronder
wijs 1960 gebruik gemaakt.
Deze regeling was grotendeels afgestemd op de te dezer zake getroffen voor
ziening voor het rijkspersoneel, welke inmiddels is gewijzigd en verbeterd.
De voornaamste wijzigingen betreffen de toekenning van een vaste vergoeding
voor de zg. inrichtingskosten van de nieuwe woning, welke vroeger 5% van de
wedde bedroeg en thans in het algemeen is vastgesteld op 1daarvan met een
minimum van 500,-, alsmede de mogelijkheid om tegemoet te komen in de
noodzakelijke opknapkostcn van de nieuwe woning. In verband met deze nieuwe
rijksregeling werd ook in Uw vergadering van 17 april 1963 een nieuwe rege
ling getroffen voor de tegemoetkoming in de kosten van verplaatsing ten be
hoeve van het personeel, op wie het algemeen ambtenarenreglement van deze
gemeente van toepassing is.
Het (rijks)verplaatsingskostonbesluit 1962 is reeds van overeenkomstige
toepassing voor de leraren van gemeentelijke scholen voor middelbaar en
voorbereidend hoger onderwijs krachtens de wetten, die dat onderwijs rege
len en op de leraren van gemeentelijke en bijzondere scholen voor lager
en middelbaar technisch onderwijs krachtens een algemene maatregel van
bestuur, welke steunt op de nijverheidsonderwijswet.
Wij geven U in overweging het rijksverplaatsingskostenbesluit van overeen
komstige toepassing te verklaren voor het onderwijzend personeel van het
lager- en kleuteronderwijs, waardoor een grotere gelijkheid in rechtspositie
ontstaat en formeel tot uitdrukking wordt gebracht voor de diverse groepen
van onderwijzend personeel. Wij achten het gewenst dit binnen de mogelijk
heden van de gemeente te bevorderen.
Ter toelichting op bijgaand ontwerp-besluit merken wij nog het volgende op.
Wij achten een bijzondere bepaling voor de vakonderwijzers aan de scholen voor
lager onderwijs van belang, omdat dit personeel in het algemeen geen volledige