eente Breda
bij volgno. 42 der agenda
Verplaatsingskostenregeling lager- en kleuter
onderwijs 1963.
De raad der gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 november 1963 no.P/19201
gelet op artikel 33 van de lager-onderwijswet 1920, artikel 24 van de kleuter
onderwijswet en artikel 15 van het besluit buitengewoon lager onderwijs 1949»
besluit:
Artikel 1
Burgemeester en wethouders verlenen aan een onderwijzer of leidster, wonende
buiten de gemeente, die aan een openbare school voor gewoon, voortgezet ge
woon, uitgebreid of buitengewoon lager onderwijs of aan een openbare kleuter
school te Breda wordt aangesteld en als gevolg d.aarvan noodzakelijk moet ver
huizen, een tegemoetkoming in verplaatsingskosten, overeenkomstig de bepa
lingen van het verplaatsingskostenbesluit 1962 en de krachtens dit besluit
getioffen beschikkingen, zoals dit besluit en die beschikkingen luiden of in
de toekomst komen te luiden.
Artikel 2
1De in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming wordt voor de vakonderwijzer be
perkt tot een zodanig gedeelte als wordt uitgedrukt in een breuk, waarvan
de teller bedraagt het aantal wekelijkse lesuren, waarvoor hij aan een of
meer openbare scholen, als bedoeld in artikel 1is aangesteld, met een
maximum van 26, en de noemer het getal 26, met dien verstande dat:
a. de tegemoetkoming niet wordt verleend, indien de teller minder bedraagt
dan het getal 14;
b. het aantal wekelijkse lesuren, binnen een jaar na de eerste indienst
treding in deze gemeente uit meerdere betrekkingen te Breda verkregen,
kunnen worden medegerekend,
2. Indien het aantal wekelijkse lesuren vermindert tengevolge van een ontslag,
waardoor krachtens de regeling op de voet waarvan een tegemoetkoming is
toegekend een verplichting tot terugbetaling ontstaat, geldt deze ver
plichting tot een zodanig gedeelte als wordt uitgedrukt in een breuk, waar
van de teller bedraagt het aantal niet meer te geven lesuren en de noemer
het getal 26.
3. De tegemoetkoming wordt slechts verleend indien en voor zover de vak
onderwijzer niet uit andere hoofde een aanspraak heeft op verplaatsings
kosten.
