Breda bij volgno. 45 der agenda Verordening tot wijziging van de uitkerings. en pensioenverordening wethouders 1957 De raad van de gemeente Breda; gelet op het bepaalde in het vierde hoofdstuk, paragraaf 1van de eerste afde ling en in artikel 5 van de derde afdeling van de pensioenmaatregelen 1963; gezien het voorstel van de burgemeester van 28 november 1963, no .P/19548 besluit: De uitkerings- en pensioenverordening wethouders 1957 wordt gewijzigd als volgt: Artikel I In artikel 15 wordt voor het getal "3" gelezen "4,5". Artikel II Artikel 16 komt te vervallen. Artikel III De artikelen 17 en 17a worden vervangen door een nieuw artikel 17, luidende: Ten aanzien van de van overeenkomstige toepassing zijnde regelen voor het verband tussen een pensioen krachtens deze verordening en een algemeen ouder domspensioen of een algemeen weduwen— of wezenpensioen, als bedoeld in de artikelen 38a en 47a van de wet, wordt met betrekking tot het bepaalde in artikel 15b van de wet het maximum van de diensttijd, waarnaar een pensioen is of wordt geacht te zijn berekend, gesteld op 20 jaren. Artikel IV Artikel 18 wordt als volgt gelezen: 1Indien bij algemene maatregel van bestuur regelen worden gesteld, als be doeld in artikel 24h van de wet, stellen burgemeester en wethouders over eenkomstige regelen, waarbij pij po ver nodig rekening houden met de tijdstippen, waarop wijzigingen zijn of worden aangebracht in de regeling betreffende de wedde van de wethouders. 2. Zij doen aan de raad mededeling van hun ingevolge het eerste lid genomen besluiten. Artikel V Aan artikel 24 wordt toegevoegd een derde lid, luidende als volgt: 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 17 wordt de daarin bedoelde maximale diensttijd gesteld op het tijdvak, waarin volgens de voor be langhebbende van toepassing gebleven bepalingen het maximale pensioen kon worden verkregen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 1029