volgno. 49 der agenda -2- toestand van het gebouw slechter is geworden, terwijl bij een object als het onderhavige de risico's niet te bepalen zijn, waarbij tevens het feit dat op een bouwtijd van 1-g- jaar gerekend moet worden een rol speelt. De totale restauratiekosten belopen thahs 391.800.- volgens do bij dit voor stel behorende specificatie.. Door de staatssecretaris van onderwijs, kunsten en wetenschappen is toe gezegd dat hij in beginsel bereid is voor deze restauratie een subsidie te verlenen. Een overeenkomstige toezegging is eveneens ontvangen van gedeputeerde staten van Noord-Brabant. Als rijkssubsidie zou te rekenen zijn op 40$van de subsidiabele kosten5 het provinciaal subsidie kan ge steld worden op 32$ van het rijkssubsidie In Uw vergadering van 17 april jl. hebt U besloten tot verkoop in de vorm van huurkoop van de Arend aan de Bierbrouwerij De Drie Hoefijzers N.V. (bijlage 1963, no. 45). Dit besluit is inmiddels door gedeputeerde staten goedgekeurd en de overeenkomst is notarieel verleden. In de huurkoopovereenkomst is bepaald, dat de huurkoop ingaat onmiddel lijk nadat ten genoege van beide partijen de in opdracht van de gemeente Breda te verrichten restauratie- en verbouwingswerkzaamheden aan de Arend volgens het aan partijen bekend zijnde plan van architect De Wilde dd. juli 1962 zijn opgeleverd. De kosten voor de brouwerij waren voorlopig bepaald op het deel van de restauratiekosten dat overblijft na aftrek van 4C$ rijkssubsidie, een provinciaalsubsidie van 32$ van het rijkssubsidie en 2C$ gemeentesubsi die, vermeerderd met de taxatiewaarde van het pand. Deze overeenkomst was gemaakt op basis van de oorspronkelijke restauratiebegroting. Nu door de kostenraming van de firma De Bonth de niet door subsidies gedekte kosten circa 42.470,- hoger zijn geworden, is in beginsel overeengekomen, dat van dit meerbedrag 20.000,- gedragen wordt door de brouwerij en 22.470,- door de gemeente. De volledige becijfering wordt U afzonderlijk voorgelegd. Wij stellen U voor met deze aanvulling van de huurkoopovereenkomst akkoord te gaan en het voor de betreffende restauratie beschikbare bedrag te ver hogen tot 391 .800,- door vaststelling van de op dit voorstel betrekking hebbende begrotingswijziging. Het aanvullend krediet - voor zover ten laste van de gemeente komende - zal worden ingepast ten laste van post A.9 (rest. monumenten) van het investeringsplan 1964, nadat deze post is verhoogd door overboeking van een gedeelte van het op post A.4.2 beschikbare volume. De afdeling voor openbare werken is over het voorstel gehoord. Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 1038