bij volgno. 44 der agenda
-2-
tingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te nemen tegen betaling van een
bedrag, door gedeputeerde staten goedgekeurd of bij weigering, door
de Kroon vast te stellen, met dien verstande, dat boven het voor de
verwerving of instandhouding van die bezittingen aangewende deel van
het eigen vermogen van de bouwvereniging slechts een billijke vergoe
ding voor noodzak&Lijke met de eigendomsovergang verband houdende kos
ten wordt uitgekeerd;
5. bij de uitvoering van de- plannen, waarvoor de voorschotten worden ver
leend, mogen bestuursleden der bouwvereniging niet middelijk of onmid
dellijk zijn betrokken of voordeel genieten als aannemer, onderaannemer,
uitvoerder, arbeider of architect;
6. de bouwvereniging zal de woningen behoorlijk onderhouden en deze voor
de door deskundigen te schatten reproduktie-waarde tegen brandschade
verzekeren, een en ander ten genoegen van burgemeester en wethouders
en met inachtneming van de eventueel van rijkswege te geven nadere
voorschriften;
7. de bouwvereniging zal moeten naleven al die voorwaarden, welke de minis
ter met de uitvoering der woningwet belast aan de steun van het rijk
mocht verbinden en welker naleving afhankelijk is van medewerking der
vereniging; bedoelde voorwaarden worden geacht bij voorbaat in dit be
sluit te zijn opgenomen;
8. indien overeenkomstig artikel 24b, 2e lid van het woningbesluit de
rijksbijdragen in het exploitatietekort worden vervangen door een uit
kering ineens ten bedrage van de gekapitaliseerde waarde der bijdragen,
dan zal het daardoor beschikbaar komende bedrag strekken tot buitenge
wone aflossing op de voorschotten;
b. een jaarlijkse bijdrage in het tekort op de exploitatie van de onder a
genoemde woningen, tot een gelijk bedrag als de reeds toegekende, even
tueel later te wijzigen rijksbijdragevoor een tijdvak van ten hoogste
50 jaren, aanvangende op het tijdstip, waarop de woningen voor bewoning
gereed zijn en zulks onder de voorwaarden als voor de rijksbijdrage gel
den, alsmede de navolgende:
1de bijdragen worden terugbetaald overeenkomstig hetgeen te dien aan
zien is bepaald in artikel 25, 7e en 8e lid van het wroningbesluit, be
houdens het bepaalde in artikel 24c, derde lid van dat besluit;
2. indien het voorschot of het onafgeloste gedeelte daarvan wordt opge
vorderd krachtens artikel 19, letter b van het woningbesluit, zullen
de bijdragen, tot welker betaling de gemeente zich nog in de toekomst
verbonden had, niet meer zijn verschuldigd;
3. de door de gemeente verschuldigde bijdragen, kunnen worden verrekend
met de annuïteiten, welke de bouwvereniging aan de gemeente heeft te
betalen;
4. er wordt krachtens artikel 24c van het woningbesluit een reserve ge
vormd tot dekking van het aan de exploitatie der woningen verbonden
risico, ten aanzien van welke reserve de bouwvereniging zich moet ge
dragen naar hetgeen te dezen aanzien in de beschikking bijdragen
woningbouw 1950 is bepaald.
Aldus besloten door de raad voornoemd
in zijn openbare vergadering van 13
februari 1963.
De raad voornoemd,
voorzitter.
secretaris