gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
a
volgno. 36 der agenda
Bijlagen 1963
no. 117
13 maart 1963
P/4387
Voorstel van burgemeester en wethouders tot benoeming
van de heer W.A.van Ooijen tot leraar in tijdelijke
dienst aan de gemeentelijke technische school.
Op 16 januari 1.1. besloot U de heer W.A.van Ooijen voor de duur van de ziekte
van de heer A.C.Verkooijen - doch uiterlijk voor een periode van drie maanden -
te benoemen tot leraar in tijdelijke dienst aan de gemeentelijke technische
school voor het geven van lessen praktijk elektromontage.
Het laat zich thans aanzien dat het herstel van de heer A.C.Verkooijen nog
geruime tijd zal vorderen.
Aangezien het onder de huidige omstandigheden praktisch onmogelijk is nieuwe
leraren in de loop van het cursusjaar aan de school te verbinden - nog afge
zien van het feit dat zulks voor het onderwijs aan de leerlingen niet bevor
derlijk zou zijn - stellen wij U voor de heer W.A.van Ooijen opnieuw tot leraar
in tijdelijke dienst aan de bovengenoemde school te benoemen.
De benoeming ware te doen ingaan op 10 maart 1963, voor de duur van de ziekte
van de heer A.C.Verkooijen, doch uiterlijk voor de duur van het nog niet ver
streken gedeelte van het op 31 juli 1963 eindigende cursusjaar 1962/1963 en
onder de voorwaarde, dat de voordracht door de minister van onderwijs, kunsten
en wetenschappen wordt goedgekeurd.
Het advies van de directeur van de school en de minuut van de ter goedkeuring
ingezonden voordracht liggen voor U ter visie in de raadzaal.
De commissie van toezicht op de gemeentelijke nijverheidsscholen heeft zich
met deze voordracht verenigd.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R. Geuljans burgemeester.
Van Woensel secretaris.
Noot;
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden de
leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeenteraad uit
een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burgemeester en wethou
ders, nadat de directeur, wiens advies wordt overgelegd, is gehoord. De voor
dracht behoeft de goedkeuring van de minister van onderwijs, kunsten en weten
schappen. Voorts is in artikel 8, lid 1 van de verordening, regelende de sa
menstelling en de werkkring der commissie van toezicht op de gemeentelijke
nijverheidsscholen (gemeenteblad no. 391bepaald, dat de commissie voor het
nijverheidsonderwijs de raad en burgemeester en wethouders van bericht en ad
vies dient omtrent alles wat met het nijverheidsonderwijs in verband staat..