volgno. 14 der agenda -3- naar verwachting in totaal een r.k.kleuterschool zal gaan bezoeken, resul teert hieruit een minimum aantal klassen van 957 is 24. 40 Wordt het aantal klaslokalen per wijk bezien, dan worden verwacht nodig te zijn: Blauwe Keiverwacht aantal r.k.kleuters 196: aantal nodige lokalen: 5^6 IJpelaar: verwacht aantal r.k.kleuters 356: aantal nodige lokalen: 9 k 10 Overakkerverwacht aantal r.k.kleuters 152: aantal nodige lokalen: 4 a 5 Ginnekens verwacht aantal r.k.kleuters 253aantal nodige lokalen: 6 a 7. In de buurten Blauwe Kei, Overakker en Ginneken zijn reeds een aantal lokalen gerealiseerd, of is reeds medewerking voor de bouw van lokalen verleend, t.w. Blauwe Kei: reeds gerealiseerd: kleuterschool Viveslaan 1% 4 lokalen medewerking verleend voor kleuterschool Blauwe Kei: 3 lokalen totaal 7 lokalen, Overakkerreeds gerealiseerd: kleuterschool Overakkerstraat: 3 lokalen. Ginnekenreeds gerealiseerd: kleuterschool Dillenburgstraat: 6 lokalen. Ten aanzien van de buurten Blauwe Kei en Ginneken behoeven - blijkens boven staande - geen ruimtelijke voorzieningen te worden getroffen, In Overakker bestaat behoefte aan 1 a 2 lokalen. Gezien dit geringe aantal lokalen is het niet gewenst om tot de bouw van een 3-klassige kleuterschool over te gaan. Het meerdere aantal te verwachten kleuters kan wellicht worden opgevangen in de nabij gelegen r.k.kleuterschool Dillenburgstraat, dan wel in een van de nieuwe in IJpelaar te stichten kleuterscholen. Vooi-shands ware de ontwikkeling in deze buurt nauwkeurig gade te slaan, In IJpelaar zijn nog geen lokalen voor het r.k.kleuteronderwijs aanwezig. Op grond van bovenvermelde gegevens mag en kan worden aangenomen, dat in deze buurt zeker 3 drie-klassige kleuterscholen door het in de kleuteronderwijs wet geëiste minimum aantal kleuters van 90 zullen worden bezocht. Zoals Uw raad bekend zal zijn, is het wettelijk voorschrift, dat bij aanvra gen voor de stichting van een kleuterschool een verklaring wordt overgelegd, dat de school bij de opening door tenminste 90 kleuters zal worden bezocht. Hoewel de kleuteronderwijswet niet als eis stelt, dat deze verklaring door zgn. ouderverklaringen moet worden gestaafd, is dit wel gebruikelijk, omdat hierin over het algemeen de enige waarborg is gelegen, dat ook inderdaad het vereiste aantal kleuters de nieuwe school zal bezoeken. Onder meer bij koninklijk besluit van 10 maart 1949, no. 7, oordeelde de Kroon echter, dat onder bepaalde omstandigheden aangenomen moet worden, dat alleen door de verklaring van het schoolbestuur ook inderdaad aan de in de wet gestelde eis is voldaan. Uit dit koninklijk besluit wordt het navolgende geciteerd: "dat weliswaar een van de handtekeningen van de ouders voorzien stuk niet alleen als de meest voor de hand liggende en meest gebruikelijke vorm voor bedoelde verklaring beschouwd moet worden, doch in de regel ook als de enig juiste moet worden aangemerkt, daar hierin veelal de voornaamste, zo niet de enige waarborg is gelegen voor de juistheid van de in de verklaring ver vatte mededeling, dat dit echter geenszins uitsluit, dat in bijzondere ge vallen, in verband met andere zakelijke gegevens, welke aan het gemeentebe stuur bekend zijn, of bekend moeten zijn, een verklaring voldoende bewijs kracht kan hebben, ook indien zij geen namen en adressen van aanstaande leerlingen vermeldt"

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 216