gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno. 17 der agenda Bijlagen 1 963 no. 17 11 januari 1963 OS /596 Schrijven van burgemeester en wethouders met betrekking tot de stichting Bredase Muzielc- en Balletschool. Bij schrijven van 21 december 1962 hebben wij het bestuur van de stichting Bredase Muziek- en Balletschool o.a. geschreven: "In zijn vergadering van 12 december 1962 h.eft de raad het door U ingediende adres, gedateerd 5 december 1962, voor kennisgeving aangenomen. De raad vond geen aanleiding op zijn eerder genomen besluit ten aanzien van Uw stichting terug te komen. Nadat de raad kennis genomen had. van het feit dat Uw bestuur geen gevolg heeft willen geven aan onze uitnodiging een eerste inleidende bespreking te houden over de overgangsregeling,heeft de raad middels een motie ons college gemach tigd zo nodig de gemeentelijke muziekschool eerder dan 1 september 1963 te beginnen, hetgeen tevens consequenties heeft voor de termijn van beëindiging van subsidiëring aan Uw stichting. Zowel de raad als ons college staan op het standpunt dat het wenselijker ware indien aan deze motie geen uitvoering gege ven zal behoeven te worden. Uij achten een goede overgangsregeling namelijk in het belang van het muziekonderwijs in Breda en tevens in het belang van Uw stichting. Nogmaals willen wij Uw bestuur daarom uitnodigen voor een gesprek dat zal kunnen plaats vindon op maandag 7 januari 1963 te 10.30 uur ten stad- liuize." Op 24 december 1962 hooft het bestuur van de stichting ons doen weten dat het zich tot de minister van Binnenlandse Zaken heeft gewend met het verzoek te willen bevorderen "dat de kroon onder toepassing van artikel 185 van de Gemeen tewet zal overgaan tot vernietiging van het besluit van de gemeenteraad van Breda, genomen op 14 november 1962". Het bestuur meende derhalve niet de vrij heid te hebben in te gaan op onze uitnodiging te sproken over een overgangs regeling Artikel 185 der Gemeentewet luidt: "De besluiten van den raad en van burge meester en wethouders kunnen, zover zij met de wetten of het algemeen belang strijden, door Ons worden geschorst of vernietigd." Wij menen dat er geen aanleiding is te vervrachten dat het besluit ven Uw raad door de Kroon vernietigd zal worden. Wij hebben dan ook het bestuur van de stichting doen vreten dat de subsidiëring aan de stichting per 31 augustus 1963 zal worden beëindigd. Mocht het bestuur vóór deze datum do exploitatie van de muziek- en balletschool beëindigen, dan wordt de datum van beëindiging van de subsidiëring dienovereenkomstig aangepast.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 24