gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 40 cler agenda
bijlagen 1963
no161
10 april 1963
P/5995
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
wijziging van het algemeen ambtenarenreglement
en tot vaststelling van een verplaatsingskos
tenverordening
In artikel 101 van het algemeen ambtenarenreglement is opgenomen een regeling
tot toekenning van vergoedingen en tegemoetkomingen in de kosten van verhuizing
in het belang van de dienst, met inbegrip van de verhuizing van hen, die zich
wegens hun benoeming in deze gemeente moeten vestigen.
Deze regeling, summier van opzet, hield van ouds een gunstiger norm in dan ge
lijksoortige bepaling in het ontwerp algemeen ambtenarenreglement van het cen
traal orgaan voor gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeels
aangelegenheden en was ook gunstiger dan het verplaatsingskostenbesluit, gel
dende voor rijksambtenaren, hetwelk in een aantal andere gemeenten van overeen
komstige toepassing was verklaard.
Het rijks verplaatsingskostenbesluit is in 1962 herzien; de nu voor het rijks
personeel geldende regeling is op enkele onderdelen gunstiger geworden dan de
gemeenteli jke
Het centraal orgaan heeft na dc herziening van de rijksregeling aanleiding gevon
den :enop die regeling afgestemde ontwerp-verplaatsingskostenverordening aan
de gemeenten aan te bevelen ter vervanging van de bepaling in zijn ontwerp-
ambtenarenreglement
Wij zijn van oordeel, dat een dergelijke, meer uitgewerkte regeling aanbeveling
verdient
Gehoord de commissie van overleg stellen wij IJ daarom voor het huidige artikel
101 van het algemeen ambtenarenreglement te vervangen door een bepaling, in
houdende dat de vergoeding in verplaatsingskosten bij afzonderlijke verorde
ning wordt geregeld en een verplaatsingskostenverordening vast te stellen,
overeenkomstig het hierbijgaande ontwerp.
Wij merken hierbij op, dat in vergelijking tot de bestaande voorziening de
voornaamste wijzigingen zijn:
a. een duidelijker regeling van de aanspraken van ongehuwde ambtenaren, die
een eigen huishouding voeren;
b. een minimum bedrag voor vergoeding van de zgn. inrichtingskosten voor de
nieuwe woning (genoemd in artikel 4, eerste lid onder e en het tweede lid
van hot ontwerpbesluit), hetgeen voor de lager bezoldigden uiteraard van
belang is. Voor deze kosten is overigens een normvergoeding van VJ/o van de
bezoldiging gesteld. Deze norm kwam ook in de bestaande gemeentelijke rege
ling voor, die in' dit opzicht gunstig afweek van xle norm van 5)- van de
vroe gere ri jksregeling
c. de mogelijkheid om een tegemoetkoming te geven in do zgn. opknapkosten
(artikel 4, eerste lid onder c en artikel 6).