gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 4 a der agenda
Bijlagen 1963
no167
15 mei 1963
V/2381
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van het uitbreidingsplan in onderdelen
"winkelcentrum Brabantplein"
Reeds bij het ontwerpen van het plan voor het winkelcentrum "Brabantplein"
leefde de gedachte om de ruimte van het plein, behalve met vijvers en be
plantingen, welke zijn aangelegd, ook te stofferen met enkele gebouwtjes van
geringe omvang zoals een paar dagwinkels (kiosken) en vitrines, waarmee het
winkelcentrum als voltooid kon worden beschouwd. Het makelaarskantoor Van
Eijkelenburg te Hilversum heeft een initiatief in deze richting ontwikkeld.
In nauw overleg met de stedebouwkundige der gemeente is de situering op het
plein van 2 dagwinkels en 2 vitrines zorgvuldig bepaald.
In de raadzaal is voor Uw raad het ontwerp-uitbreidingsplan "winkelcentrum
Brabantplein" ter visie gelegd, dat de mogelijkheid moet scheppen deze 4
opstallen op te richten. Tevens zijn daarbij gevoegd de bijbehorende be
bouwingsvoorschriften en toelichting.
Deze ter visie legging is op de gebruikelijke wijze aan de ingezetenen be
kend gemaakt en aangekondigd in de plaatselijke dagbladen "De Stem" en "De
Bredasche Courant"
Tegen het ontwerpplan is een bezwaarschrift ingekomen van winkeliers van het
Brabantplein. Reclamanten zijn belanghebbenden in de zin der woningwet en heb
ben hun bezwaarschrift tijdig ingezonden.
Aangezien het naar aanleiding van hun bezwaren ingestelde onderzoek nog niet
kon worden afgesloten heeft Uw raad op ons voorstel in Uw vorige vergadering
besloten de beslissing over het voorliggende ontwerp-uitbreidingsplan voor
ten hoogste 3 maanden te verdagen.
In hun bezwaarschrift, dat eveneens ter inzage ligt, stellen reclamanten dat
branches die in aanmerking komen voor vestiging in de dagwinkels reeds ruim
zijn vertegenwoordigd op het plein en dat daarom alleen maar de mogelijkheid
openblijft dat deze opstallen in gebruik zullen worden genomen als visbakke-
rij, patates-frites zaak e.d., waardoor het plein zal degenereren en ver
vuilen. Vervolgens zijn zij van mening dat de dagwinkels esthetisch niet ver
antwoord zijn, de vrije doorkijk belemmeren en de ruimtewerking verloren
doen gaan. Bij de met hen gesloten huurcontracten enkele jaren geleden is
geen mededeling gedaan van eventuele toekomstige uitbreiding met enkele ver
kooppunten, die zij als een aantasting van hun bestaan zien. De suggestie
van de initiatiefnemer hen als eersten voor het huren van de opstallen in
aanmerking te laten komen achten zij van geen betekenis, omdat huns inziens
de huurprijzen te hoog zullen zijn.