gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno, 8 der agenda
Bijlagen 1963
no. 174
14 mei 1963
V/6618
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van de definitieve grond- en
bouwvoorschotten aan de Algemene Woningbouw
vereniging voor Breda e.o. ten behoeve van
het complex 25 woningen Liniekwartier.
Bij Uw besluit van 11 december 1957 zijn aan de Algemene Woningbouwvereniging
voor Breda e.o. overeenkomstig ons voorstel dd. 4 december 1957, bijlagen
1957, no. 443 gemeentelijke grond- en bouwvoorschotten ingevolge de woning
wet toegekend, ten bedrage van maximaal 63.200,- en 436.400,- voor de
stichting van een complex van 25 eengezinswoningen in het Liniekwartier.
Zulks geschiedde onder het beding, dat ter financiering van bedoelde voor
schotten rijksvoorschotten zouden irorden verkregen, hetgeen ook is geschied.
Bij raadsbesluit van 16 december 1959 is voorts nog een aanvullend bouw-
voorschot verleend ten bedrage van maximaal 5.000,- ten behoeve van het
aanbrengen van doorstroomapparaten in de onderhavige woningen, van welk
voorschot de looptijd is gesteld op 10 jaar en waarvoor het rijk niet de
financiering als bovenbedoeld op zich neemt.
Wij mogen ter zake verwijzen naar ons voorstel dd. 12 december 1959, bijla
gen 1959, no, 649
Toen in april 1959 de uitvoering van dit bouwplan mocht worden gegund, bleek
dat de verleende voorschotten niet in overeenstemming waren met de door het
rijk voorlopig aanvaarde grond- en bouwkosten en met name het bouwvoorschot
aanmerkelijk hoger lag dan de toen berekende bouwkosten. Het wijzigen der
bedragen van de voorschotten is evenwel bewust uitgesteld tot de voltooiing
van het bouwplan en de eindafrekening. In het kader van de afsluiting der
rijksvoorschotten zijn deze bij ministeriële beschikking van 26 juli 1961
reeds vastgesteld op respectievelijk 63.989,46 en 372.248,60, zijnde
dit de bedragen der werkelijke stichtingskosten.
Nu onlangs door het rijk ook akkoord is gegaan met de definitieve grond- en
bouwkosten tot de bovenvermelde bedragen,kunnen de gemeentelijke voorschot
ten daaraan worden geconformeerd. Tot deze bedragen heeft de gemeente
namelijk ook de stichtingskosten gefinancierd, zij het met uitzondering
van de posten voor renteverlies tijdens de bouw, welke echter ovenals bij
het rijk wel in de voorschotten dienen te worden opgenomen.
Ten laste van het aanvullend voorschot van 5.000,- voor de doorstroom
apparaten is een bedrag van slechts 4.850,- nodig gebleken.
Resumerende mogen wij U voorstellen om overeenkomstig de bijgevoegde ont-
werp-besluiten de bij Uw besluiten van 11 december 1957 en 16 december 1959
aan de Algemene Woningbouwvereniging voor Breda e.o. alhier, toegekende
grond- en bouwkosten voor de stichting van haar complex 25 woningen in het