bij volgno. 24 der agenda - 2 - In voorliggend geval is or derhalve sprake van het stichten van een nieuw gebouw voor een roods bestaande school. Omdat do onderwerpolijke school in do praktijk hooft bewezen in een behoofto tc voorzien, mag in goredo worden aangenomen, dat voor do nieuw te stichten school eveneens voldoende belangstelling zal bestaan. Bij hot koninklijlc besluit van 11 juli 1?53nr, 6, werd voer een overeen komstig geval ten aanzien van de over te leggen verklaring omtrent het schoolbezoek hot navolgende overwogen: dat artikel 7e, lid 1onder a, dor wet voorschrijft, dat bij oen aanvrage om medewerking tot stichting van en schoolgebouw moet worden overgelegd een verklaring, waaruit blijkt, dat de school zal worden bezocht door een in de wet nader aangegeven aantal kinderen; dat, bijzondere gevallen daargelaten, als normale vorm van een zodanige verklaring moet worden aangemerkt een van de handtekeningen der ouders voorzien stuk, dat in bepaalde gevallen van scholenbouw voor reeds bestaande scholen termen aanwezig kunnen zijn van de genoemde vorm af te wijken". Met oen beroep op hetgeen bij het bovenaangehaald koninklijk besluit werd over wogen, kan in voorliggende kwestie genoegen worden genomen met do door het bestuur ingezonden verklaring omtrent het schoolbezoek, zonder dat die ver klaring is gestaafd aan do hand van individuele verklaringen van do betrok ken ouders. ad b Het bestuur verklaart voordat met de bouw der school wordt aangevangen, een bedrag, gelijkstaande met 15h der stichtingskosten, in de gemeentekas te zullen storten. ad c Het bestuur verklaart dat: a. de school ruimte moet bidden aan 195 leerlingen; b. maximaal 48 leerlingen per lokaal zullen worden toegelaten; c. de school 6 klaslokalen zal omvatten; d. de school bestemd zal zijn voor het geven van gewoon lager onderwijs ad d De verklaring van hut bestuur dat zij voor de nieuw te bouwen school is aange sloten bij eon groep bijzondere scholen, welke een commissie van beroep, als bedoeld in artikel 89, zevende lid, der lager-onderwijswet 1920 hebben ingesteld, is overgelegd en akkoord bevonden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 333