volgno. 23 der agenda -6- van de gemeente gekochte gronden ook werkelijk tot het straatpeil ophogen hetgeen niet altijd geschiedt. Uit het vorenstaande blijkt, dat de gemeente niet zelf voor de ophoging zorgt, behalve in die complexen die wegens hun algemeen laag peil geheel of grotendeels moeten worden opgehoogd, zoals bv. in de Hoge Vucht. Alsdan zijn de kosten van ophogen ook in het krediet voor bouwrijprnaken opgenomen en hoeft dan uiteraard geen reductie gegeven te worden. De hier behandelde kostenraming zou derhalve beter aangeduid kunnen worden als de raming van de te verwachten uitgaven wegens te verlenen reductie. De ramingsbedragen -ƒ3»- pe^ m3 voor ophoging en 2,50 per m3 voor ont graving - zijn afgestemd op de aan de reductie-regeling ten grondslag lig gende bedragen. Bijdrage kosten grote werken De ramingen voor deze kostenfactor zijn gebaseerd op 1,60 per m2 voor uit te geven grond bestemd voor de bouw van woningen, winkels, garages en bij zondere gebouwen en 0,80 per m2 voor gronden bestemd voor sportvelden, begraafplaatsen en volkstuinen. Voor bedrijfsterreinen wordt geen bijdrage gerekend. Hiervoor stipten wij al aan,, dat deze bijdragen berusten op een berekening van 1950 en dat dit een der redenen is waarom wij een extra prijsverhoging nodig achten. Speeltuinen De kosten van aanleg van speeltuinen zijn in de voorliggende exploitatie berekeningen nog betrekkelijk laag geraamd. Verwacht mag worden, dat er meer speeltuinen zullen worden aangelegd dan waarmede thans is rekening gehouden. Ten tijde van het opmaken der exploitatieberekeningen 1963 waren de daartoe in voorbereiding zijnde plannen echter nog onvoldoende uitgewerkt, zodat daarop geen ramingen konden worden gebaseerd. Bij de motivering van de extra prijsverhoging van 2fc maakten wij ook van deze te verwachten hogere kosten reeds gewag. Algemene kosten Deze kostenfactor is hiervoor reeds gedeeltelijk toegelicht. Ter aanvulling daarop kan nog het volgende worden vermeld: In bijlage IV is een specificatie gegeven van dit kostenelement over de ver schillende jaren, waaruit blijkt dat voor de jaren 1962 - 1967 per jaar 350.000,- is gerekend en voor de jaren 1968 - 1971 225.000,- per jaar. De hogere ramingen in de jaren 1962 - 1967 kunnen hiermede gemotiveerd worden dat in de beginjaren de bemoeiingen met de gronden in de pool 1963 .begrepen, omvangrijker zijn dan in de jaren 1968 e.v. als reeds sen groot gedeelte van de bovenbedoelde gronden hun bestemming zullen hebben verkregen. Het geraamd bedrag van 3.000.000,- achten wij bij de gegeven hoeveelheid uit te geven grond begrepen in de grondpool 1963 zijnde 4.246,801 m2 rede lijk en aanvaardbaar. Per m2 uit te geven grond komt de raming neer op 0,70. Risicofactor Zoals reeds opgemerkt worden de kosten en de daarop te baseren uitgifte prijzen jaarlijks herberekend. De jaarlijks vast te stellen uitgifte-prijzen gelden voor een vol jaar, zulks om de bouwondernemers en andere grondafnemers voor hun calculaties althans t.a.v. de hoogte van de grondprijs enige zekerheid te verschaffen. Het zal nochtans duidelijk zijn, dat hieraan voor de gemeente bepaalde ri-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 37